Mond groter dan de ogen
Tuurlijk weet het dat het gezegde officieel andersom is, alleen is het bij mij soms ook gewoon zó-om. Dus ik ben me aan het indikken…
Uh… indekken bedoel ik. Tegen die grote mond. Leek me in the end toch slimmer dan zogenaamd op de kleintjes letten en steeds maar grootverpakkingen kopen. Zoals laatst weer die grote plastic emmer met kletskoppen die ik bij de Hanos gescoord had. Veel en veel goedkoper (als je het omrekent) dan zo’n klein pakje natuurlijk.
Met als gevolg dat ik gezellig een goedgevuld schaaltje uit die grote emmer op tafel zet als er visite komt, maar op een gegeven moment toch ontdek dat op die manier die emmer met Sint Juttemis nog niet leeg is en dan zelf maar aan de slag ga. Gewoon een schaaltje naast m’n laptop. Even later nog een stapeltje uit de emmer in het schaaltje en crunch, crunch, crunch… zonder nadenken is het weer leeg. En dat net nu de Nationale Suiker Challenge is gestart door het Diabetesfonds. Laat ze het niet horen. Ik zal die emmer zo snel mogelijk ledigen, dan is dat probleem getackeld.
Ik weet niet wat dat is met mij. Die mooie dunne oplettende dames die je na een saucijzenbroodje of Magnum al hoort zeggen dat ze ‘het wel voelen zitten’, want dat zo’n ding flink vult… die wel een gevulde koek willen, maar dan ‘delen we hem’ en die altijd iets op hun bord laten liggen omdat ze kennelijk toch teveel opgeschept hebben. Heb ik nou nooit last van gehad. Nou, als kind hooguit. Zo ongeveer tot m’n twaalfde. Helemaal overgegaan sindsdien. Een gevulde koek delen? Ja doewie. Dat met ogen groter dan de mond gaat bij mij dus echt niet op. M’n bord gaat altijd leeg. En die emmer dus binnenkort ook.
Sinds afgelopen weekend heb ik een betere oplossing. Kleinverpakkingen! Tadaa! Wat een uitvinding. Hoe komen ze erop? In verhouding vele malen duurder, maar mooi dat alles op was toen er vrienden waren geweest. Hoef ik, wat die gerookte amandelen betreft, in elk geval niet als onoplettend vuilnisvat te dienen.