‘Mijn moeder heeft me vooral heel erg geërgerd’
‘Pas na haar overlijden viel opeens het kwartje’
‘Als ik de relatie met mijn moeder in één woord zou moeten duiden dan zou dat wellicht ‘ergernis’ zijn, want ik heb me heel vaak aan mijn moeder geërgerd. Als ze verkouden was haalde ze altijd met veel te veel geluid en een gezicht alsof ze terminaal was haar neus op, onderwijl ‘o jongens wat een ellende’ mompelend. Rugpijn was ook zo’n ding. Als ze dacht dat er niemand keek veerde ze als vanzelf op uit haar luie stoel, maar als wij erbij waren kwam ze kermend overeind met haar hand stevig op haar onderrug geklemd en was geen stoel meer geschikt voor haar rug. Als iedereen een glas wijn nam, wilde zij water en als iedereen aan de koffie zat presteerde ze het om opeens te roepen dat ze wel een glas wijn zou lusten.
Hoewel ze nooit een baan buitenshuis heeft gehad, had ze het altijd druk. Te druk om een keer op mijn kinderen te passen toen die nog klein waren en te druk om samen een middag te gaan shoppen. Vriendjes en vriendinnetjes die ik mee naar huis nam werden altijd uiterst kritisch door haar bekeken. Heel soms werden ze goedgekeurd – zwijgend. Als ze opeens haar vriendelijke gezicht opzette, wist ik dat het goed was. Meestal bleef haar gezicht in de plooi en gaf ze geen krimp. Dat was haar manier om te laten merken dat ze het niets vond, maar als ik haar op de man af vroeg waarom ze zo deed, hield ze zich altijd van de domme.
De dag dat ze te horen kreeg dat ze nog maar kort te leven had, zat ze op de bank. Ze was stil, zei weinig, deed niets. Terwijl wij huilden hield zij zich sterk. In plaats van dat wij haar troostten, troostte zij ons en zei ze dat we het echt wel zouden redden zonder haar. Ze vroeg ons om goed voor pappa te zorgen straks als ze er niet meer was. Dat verdiende hij wel, zei ze. Op een gegeven moment stond ze op met de woorden dat een borrel nu wel op zijn plaats was. We moesten op het leven drinken nu het nog kon.
Vlak voor haar overlijden zei ik tegen haar dat het me zo speet dat ik vaak zo geïrriteerd op haar had gereageerd. Het maakte niet uit, zei ze. Ze kon het zich wel voorstellen, want ze wist het echt wel van zichzelf, die gebruiksaanwijzing. Na haar overlijden viel het kwartje dat ze al die keren dat ik me zo aan haar had geërgerd alleen maar een beetje aandacht had willen hebben. En dat het zoveel makkelijker en leuker was geweest als ik haar gewoon die spreekwoordelijke aai over haar bol had gegeven op alle momenten dat ze daar indirect om had gevraagd.’
Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.
Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je ons mailt onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.