Marina was diep geroerd door dit gebaar van haar man
‘Totdat hij maanden later opbiechtte waarom hij het nodig had gevonden om iets te kopen.’
‘We waren uit eten toen hij het doosje uit zijn binnenzak haalde. Inderdaad: het wereldberoemde piepkleine doosje waar alleen maar een ring in kan zitten. Ik was diep geroerd door het gebaar, want mijn man – we waren inderdaad al getrouwd dus nee, dit was geen huwelijksaanzoek – is niet erg van de verrassingen. Ik stamelde waar ik dit nou aan te danken had. Hij glunderde toen hij zei dat ik wel weer eens in het zonnetje mocht worden gezet. Hij was erg veel en erg vaak van huis geweest de laatste tijd en al die keren had ik er alleen voor gestaan met de kinderen. ‘Maak maar snel open.’ Hij hoopte maar dat ik hem mooi vond want hij had ‘m gekocht op een luchthaven toen hij terugkwam van zijn laatste zakenreis.
Hij paste perfect, dat wel. Maar verder was het niet echt mijn ding. Ik had nooit van opzichtige sieraden gehouden en al helemaal niet van een kanjer van een robijn als deze.
‘Nou?’ zei hij. Hij glunderde nog steeds. Ik stond op van tafel om hem een zoen te geven.
Telkens als ik mijn hand strekte om de rode fonkelsteen nog eens goed te bekijken, lachte hij weer. ‘Je vindt hem echt mooi, zie ik!’ Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om er wat anders over te zeggen.
Totdat hij een paar maanden later opbiechtte dat hij die laatste keer op zakenreis buiten de pot had gepiest en dat hij zich daar zo vreselijk schuldig over voelde dat hij het niet langer voor zich kon houden. Het was het bekende verhaal dat ik er verder niets achter moest zoeken. Het eeuwige slappe verhaal van kerels onder elkaar die in een club waren beland, te veel hadden gedronken en dat de meiden hadden aangedrongen. Het was gewoon gebeurd. Had nooit mogen gebeuren. Het speet hem meer dan hij kon zeggen.
‘Lamstraal,’ zei ik. ‘En dan denken dat je dat af kunt kopen door snel een ring voor me te scoren onderweg naar huis? En dan nog wel zo’n opzichtig geval als dit?’ Ik deed hem af en legde hem voor hem neer op tafel. Achteraf vond ik die misstap nog niet eens een doodzonde en kon ik er ook nog wel inkomen dat een avondje mannen onder elkaar in een vreemde stad uit de hand kan lopen. Ik geloof hem oprecht als hij zegt dat hij daarom niet minder van me houdt. Maar die ring was nu niet alleen ‘echt niet mijn ding’ maar voelde nu ook nog eens niet goed. Ik heb hem in ieder geval nooit meer gedragen. En hij heeft er nooit meer naar gevraagd.’
Marina’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.