Maria’s jongste zoon gaat het nest verlaten
‘Ik vrees voor ons huwelijk en voor het moment dat mijn man dezelfde leegte gewaarwordt als ik nu voel.’
‘Mijn jongste kind gaat het nest verlaten. Zodra hij een kamer heeft gevonden, is het gebeurd. Toen de eerste de deur uit ging, had ik er vrede mee. Bij nummer twee ging het me dagen en de jongste maakt me pijnlijk duidelijk hoe het ervoor staat. Mijn leven heeft de laatste pakweg vijfentwintig jaar voor de volle honderd procent om mijn kinderen gedraaid. De kinderen gaven mij richting en een doel. Dankzij hen stelde ik iemand voor. En dat niet alleen.
Want wat er nog veel harder inhakt is het besef dat de relatie met mijn man, ons huwelijk, ook voor de volle honderd procent werd gevoed en ingevuld door onze kinderen. En dat ik bij god niet weet hoe dat getrouwd zijn nog moet als we het weer met z’n tweeën moeten doen. Het komt al geregeld voor dat onze jongste de hort op is en wij samen aan tafel zitten, samen voor de buis neerploffen of plannen maken voor de dag. Maar tot nu toe is dat nog altijd in de geruststellende wetenschap dat hij zo meteen weer binnenstormt, zijn sporttas in de gang flikkert en de wasmand net zo snel vult als de leegte in huis.
Ik weet niet hoe het moet binnenkort, als hij niet meer elk moment binnen kan komen lopen. Als hij af en toe komt. Net als de oudste twee een dagje op en neer en dan weer terug naar hun eigen leven. Ik weet niet of het nog kan, een geregeld leven met mijn man alleen. Nooit meer geleefd worden door het onverwachte dat bij kinderen in huis hoort. Het allemaal helemaal zelf moeten invullen omdat er anders niets meer gebeurt.
Ik weet niet of het nog lukt, genoeg hebben aan mijn man – avond aan avond met z’n tweetjes.
Ik weet niet waar we het over zullen hebben nu de gesprekken niet meer worden bepaald door onze kinderen. Ik ben bang voor de leegte die me straks zal aanstaren. De leegte van elke dag een nieuwe dag die me aanstaart zonder te weten wat ik ermee moet.
Ik vrees voor ons huwelijk. Voor het moment dat mijn man dezelfde leegte gewaarwordt als ik nu voel. En dat hij dan op zoek zal gaan naar zijn eigen invulling waar ik geen deel van uitmaak. Ik vraag me af of ik nog wel interessant genoeg zal zijn voor hem, nu mijn levensrol is uitgespeeld. Want het is zo lang geleden dat ik zelfstandig dacht en vond en handelde en plande, dat ik mezelf misschien wel nooit meer terug kan vinden.’