‘Franska heeft in mijn hart wel een heel speciaal plekje’
Wat een schrik, hè: de mededeling dat Franska het hoofdredactionele stokje gaat overdragen aan May-Britt. Voor ons als schrijvers maakt het niet zoveel uit, maar voor mij als vriendin was het wel even slikken.
Het blijft natuurlijk gewoon een leuk magazine om voor te schrijven, en May-Britt staat ook – net als Franska – altijd klaar voor iedereen. Ook zíj bruist van de ideeën. Ook zij verstaat haar vak, is benaderbaar, aardig, en schrijft zich net als wij te pletter om 24 uur per dag online artikelen te kunnen verversen over steeds weer verschillende onderwerpen.
Alles voor de lezers ook! Net als Franska.
Maar toch… Franska.
Franska heeft in mijn hart wel een heel speciaal plekje. Zij was namelijk degene die mij uit het niets een kans gaf. Die het aandurfde om mij, als nog volkomen onbekende schrijfster, stukken te laten schrijven voor haar nieuw te lanceren magazine. Alleen maar omdat ze mijn blogs had gelezen en die goed vond.
Ik vind dat nogal wat. Ik zou denken dat je bij het starten van iets nieuws juist voor zekerheid zou gaan. Maar zekerheid was bij mij toen nog nergens te bekennen.
Het was juist Franska die steeds zei dat ik het kon. En zelfs nu, na al bijna drie jaar, zegt ze nog altijd even kort iets over de stukken die ik inlever. Soms maar één woord – “grappig”, “haha”, “topstuk”, “mooi”, “wat een vondst”, “te lang” of “je raakt me”. En dat helpt mij nog steeds.
En zij is het óók die rustig om elf uur ’s avonds nog even appt of je de nare reacties nog trekt die sommigen onder je stukken denken te moeten plaatsen. Dat raakt me daardoor steeds minder, en ik heb van haar geleerd waarom mensen dat doen en hoe ik daarnaar moet kijken.
Inmiddels is het zelfs zo dat we er samen om lachen, maar zonder haar steun was ik nóg onzekerder geworden dan ik bij de lancering al was.
Zij is het trouwens óók die rustig nog om elf uur ’s avonds nog appt met een vraag over morgen.
“Moet jij niet naar bed?” app ik dan terug.
“Ja, zo! Maar eerst antwoord, anders kan ik niet slapen!”
Het laat haar gewoon niet los, die verantwoordelijkheid naar de lezers toe. En dat tekent natuurlijk de vakvrouw. Als je je lezers zó serieus neemt dat je altijd maar bezig bent om het iedereen naar de zin te maken, dan deug je als bladenmaker.
Ik denk dat ze dat dus ook verschrikkelijk gaat missen, maar vind het ook heel verstandig dat ze die ene zware taak gaat overdragen.
En gelukkig blijft ze wel mijn collega.
Alleen gaat ze daar nu zo af en toe ook even lekker bij in de tuin zitten. Of een stukje wandelen. Gewoon even onbereikbaar wezen. En dat is een goed plan!
Wat zij heeft opgezet dat staat al! Aan ons de taak om dat vakkundig intact te houden. En daar kijk ik met plezier naar uit onder de hoede van May-Britt.
Misschien kan ik dan eindelijk weer eens gewoon aan de wijn met Franska. Daar heeft ze dan weer eens tijd voor.
Tenminste… als ze niet zit te schrijven of te tekenen voor Franska.nl.
Door: Tineke
Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.
Leestip
Heb jij de verwarming al aangehad?
Heb jij de verwarming al aangehad?
Nee, ik doe een trui aan 36%, 153 votes
153 votes36%
153 votes
Ik doe uiteraard een trui aan, maar als het met trui te koud is gaat alsnog de verwarming aan.*32%, 136 votes