‘Ik voel me enorm in de kou gezet door mijn eigen familie’

 

Toen het ouderlijk huis van Rianne door haar ouders aan haar broer werd verkocht was Rianne blij voor hem, maar nu ze weet hoeveel hij betaald heeft, voelt ze zich door haar ouders in de kou gezet.

 

 

 

‘Drie jaar geleden besloten mijn ouders om kleiner te gaan wonen. Mijn moeder had steeds meer moeite met traplopen en voor mijn vader werd het werken in de tuin te veel. Bovendien was de buurt erg veranderd nu steeds meer van de oude buurtjes vetrokken of overleden waren. Mijn broer en zijn vrouw waren al lange tijd op zoek naar een nieuwe woning maar door de overspannen woningmarkt viste hij steeds achter het net. Er waren te veel kijkers die veel meer konden overbieden zodat het steeds maar niet lukte om een huis te bemachtigen. Dus toen onze ouders hem vroegen of hij geen interesse had om hun huis te kopen was hij meteen enthousiast en binnen een paar dagen was de verkoop zonder tussenkomst van een makelaar geregeld.

 

Onze ouders vonden een appartement en mijn broer trok met zijn gezin in het huis dat hij al kende uit zijn jeugd. Hij verbouwde het helemaal naar zijn zin en zag de woning behoorlijk in waarde stijgen omdat de buurt heel erg in trek is. De huizen in de buurt vliegen als warme broodjes over de toonbank en zijn buren hebben het huis maar een paar jaar in hun bezit gehad om het vervolgens met flinke winst te verkopen. Daar had mijn broer ook wel oren naar en nu heeft hij het huis te koop gezet omdat hij hoopt dat hij een flinke overwaarde zal opstrijken.

 

Maar nu ben ik erachter gekomen dat mijn ouders het huis destijds ver onder de toen geldende marktprijs aan mijn broer hebben overgedaan. Een vriendin van me werkt op een makelaarskantoor en vertelde me wat de geschatte normale verkoopwaarde was toen het huis aan mijn broer werd verkocht. Op een of andere manier waren mijn broer en mijn ouders daar altijd erg vaag over. Ze zeiden steeds dat ze het huis hadden laten taxeren en gewoon de toen geldende prijs voor het huis overeengekomen waren. Uiteindelijk heb ik de gegevens bij het kadaster opgevraagd en daar ben ik heel erg van geschrokken en kwaad om geworden. Want het blijkt dat het om een veel lager bedrag gaat dan de marktwaarde waar mijn familie het over had.

 

Het voelt zo onrechtvaardig dat mijn broer ons ouderlijk huis dus op een koopje van mijn ouders heeft gekregen. Maar er met hen over praten gaat niet omdat zij vinden dat het iets is tussen henzelf en mijn broer en dat ik daar niets mee te maken heb. Bovendien was dit een manier om mijn broer aan een woning te helpen en ze zouden dit in een vergelijkbare situatie ook voor mij gedaan hebben, en daarmee was de kous af.
Maar voor mij niet en al helemaal niet nu mijn broer het huis te koop heeft gezet en door de snelle waardestijging van het huis ook nog eens een flinke winst op zal strijken. Dan heeft hij dus dubbel voordeel van deze aankoop.

 

Ik snap dat mijn ouders mijn broer wilden helpen, maar dat het allemaal zo geheimzinnig moest vond ik toen al vreemd. En nu de aap uit de mouw is weet ik niet of ik er werk van moet maken of het maar moet laten rusten. Mijn ouders kunnen doen en laten wat ze willen met hun geld want zij besluiten zelf hoe ze het tussen mijn broer en mij willen schenken of verdelen. Maar nu ik weet dat mijn broer door mijn ouders zoveel geld in de schoot geworpen kreeg voel ik me enorm in de kou gezet door mijn eigen familie.’