Lekker milieubewust bezig

 

Al jaren ben ik bezig om te vergroenen en ik heb derhalve al heel wat tegels verwijderd op en rondom het erf.

 

 

 

Ook ben ik een aanhanger van Daan Bleichrodt, die het fenomeen Tiny Forest heeft ontwikkeld, en door zijn enthousiasme heb ik in mijn tuin ook een mini-bos gecreëerd. Een CO2-stofzuiger, zeg maar. 

 

 

Er is een vijver, om het riool te ontlasten bij extreme regenval, maar ik kan daar ook uit putten bij grote droogte. Ik heb tegels gewipt en terrassen verwijderd en heel veel bloemen gezaaid voor de bijtjes. Ik maai niet meer in mei (en sjouw me dus een breuk aan wat dat opbrengt bij de eerste keer in juni) en ik heb inheemse planten- en boomsoorten geplaatst waar eerst allerlei exotische planten stonden (die ’s winters dan weer naar binnen moesten). Tevens heb ik egelwallen gebouwd en heb ik dikke hagen laten groeien met veel vogelnestjespotentie. Het wemelt hier dan ook van de vogels en ik ben dol op hun concerten.

 

 

Onze kater Joep trouwens ook, maar dat zie ik dan maar door de vingers. Soms sloopt hij een heel nestje, en dan kan ik hem wel wurgen, maar ik schaar dit euvel der tuingeluk voor het gemak maar onder de kop ‘natuur’. De kluns vangt ook weleens een van de vele vleermuizen die hier huizen, en dan loopt juist híj weer heel veel risico. Je kunt in het leven niet alles wat niet leuk lijkt vermijden. 

 

 

Of toch? Ik heb namelijk geen zitplaats voor dertig kinderen aangelegd in mijn Tiny Forest (wat wel een eis is om het zo te mogen noemen), omdat ik nul behoefte heb aan schoolklassen. En omdat er verder toch niemand komt om mijn ‘forestje’ te controleren, laat ik dat ook zo. Ik kom zelfs niet aan de zeshonderd bomen (ook een vereiste), maar ik vind het qua werk nu eigenlijk al een Big Forest, dus genoeg is genoeg.

 

 

Nu klinkt het net of ik altijd heel milieubewust bezig ben, maar dat is niet zo. Wat ik momenteel aan chemo het riool in kieper, staat in geen verhouding tot mijn wil om goed te doen. Een volslagen mislukte bijdrager aan de natuur voel ik me als het toilet doorspoel, maar stoppen met de chemokuren voelt toch weer als een stap te ver. En door de vermoeidheid, als gevolg van diezelfde chemo’s, ligt het onderhoud aan mijn tiny milieuprojectje nu ook een beetje stil.

 

 

Pfff. Nu ik het zo schrijf voel ik me steeds meer een loser.

 

 

Ik denk dat dat komt omdat ik als moeder ook al niet zo gelukt ben. Als ik zie wat wij allemaal voor onze ouders deden, en nóg doen, dan lijkt dat wat mijn kinderen betreft niet zo duidelijk te zijn doorgegeven. Geen kind dat hier roept: ‘Zullen wij je tuin even een weekendje onder handen nemen, mam?’ Mijn man is nog altijd aan het revalideren van een zwaar verkeersongeluk, en ik loop ook een beetje vast qua energie, dus ik voorzie ook niet zo heel veel goeds meer voor de toekomst op dat gebied.

 

 

Maar ik verdom het om nu al te verhuizen! Wij zien er nog zó jong uit dat we echt zouden misstaan in een knarrenhofje of een ander bejaardenoord. Tenminste, dat vinden wij zelf. Het kan ook zijn dat onze ogen al wat slechter worden.

 

 

‘Láten doen dan?’ hoor ik je roepen. Maar omdat manlief al een dag minder is gaan werken, is de tuinman toen subiet weggeschoffeld uit de begroting, en dus bundel je je (halve) krachten dan maar weer.

 

 

Maar ja… Als je dan gezellig samen het verlengsnoer van de heggenschaar doorzaagt, en daarmee een enorme stroomstoring veroorzaakt die de zonnepanelen en de omvormer opblazen, dan kun je je weer afvragen of je nog wel iets bijdraagt aan dit ingewikkelde leven.

 

 

Ik doe maar weer even kalm aan dus. Want ik zie door de bomen nu het bos niet meer.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke