Jeugdzorg Nederland anno 2021
‘Dit zijn oorlogspraktijken!’
In Trouw las ik een column over de documentaire Goede Moeders. Columniste Renate van der Bas zegt ‘knarsetandend en beschaamd’ voor het scherm te hebben gezeten en ik kan je zeggen: me too. In ‘Goede moeders’ schetst documentairemaker Jorien van Nes het morele dilemma van de Friese verloskundige Von Kospoth die in haar praktijk vaak te maken krijgt met zwangere vrouwen van wie eerdere kinderen uit huis zijn geplaatst. Soms omdat er alcohol- of drugsproblemen waren, of huiselijk geweld (werd vermoed). Soms ook omdat exen instellingen als Veilig Thuis bestookten met onwaarheden waarna er werd ingegrepen. Dat ingrijpen gaat er tamelijk ruig aan toe overigens en dat is een understatement. Heel jonge kinderen worden onder hartverscheurend gekrijs bij hun moeder weggerukt of door de politie uit schoolbankjes weggevoerd en per politieauto meegenomen, waarna ze in pleeggezinnen eindigen waar ze met een beetje pech niet meer uitkomen tot hun achttiende.
Want de weg terug voor moeders die eenmaal door hulpverlening als onbekwaam voor het moederschap zijn bestempeld, is een heel lange met een heleboel valkuilen. In dat traject zien we een volwassen vrouw die onder observatie wordt gesteld om zodoende te bewijzen dat ze haar leven gebeterd heeft en tegen haar zin anticonceptie krijgt ingespoten – ja, je leest het goed. Ze werkt er maar aan mee omdat ze haar kind zeker niet meer te zien krijgt als ze weigert. We zien een andere vrouw die het stempel borderliner kreeg omdat haar ex dat had beweerd terwijl ze dat helemaal niet is. Haar vier kinderen zitten sindsdien bij pleegouders. Deze vrouw heeft zichzelf laten testen om te bewijzen dat ze geestelijk in orde is, maar dat veranderde geen ene moer aan de dossiers. En kinderen uit hun vertrouwde thuisomgeving halen zou niet goed voor ze zijn volgens de experts van jeugdzorg, dus ‘is het toch echt beter als ze in het pleeggezin blijven’.
Verloskundige Von Kospoth heeft de plicht nieuwe zwangerschappen van dit soort moeders te melden bij de instanties. Ongeacht hoe stabiel of verbeterd de thuissituatie nu is. Ongeacht hoe onterecht de eerdere uithuisplaatsingen waren. Daardoor voelt Von Kospoth zich medeplichtig aan een fout systeem. Want overheid en rechtbank lijken erg gemakkelijk te redeneren: eens gefaald als moeder, levenslang ongeschikt verklaard. Zwangere vrouwen vrezen dan ook hun nieuwe kindje kwijt te raken – wat in de praktijk inderdaad regelmatig voorkomt.
Een sociaal-pedagoog die in de documentaire aan het woord komt stelt dat zestig procent van de uithuisplaatsingen onterecht is. In Nederland zou er bijna honderd keer vaker voor deze drastische stap gekozen worden dan in bijvoorbeeld Denemarken, dus ga maar na. En om nou te zeggen dat deze maatregel ingaat na een gedegen onderzoek naar de gezinssituatie… Vaak zou het niet meer dan de persoonlijke kijk op de zaak van een medewerker van jeugdzorg zijn die het lot van moeders en kinderen drastisch en dramatisch verandert. Een bewering die wordt onderschreven door moeders die met lede ogen hebben moeten aanzien dat hun situatie werd beoordeeld door ‘kinderen’ van een jaar of 21 die met de armen over elkaar tegenover hen kwamen zitten en waarvan de lichaamstaal heel duidelijk zei: je kunt hier komen vertellen wat je wilt, maar daar zul je helemaal niets mee bereiken.
‘Dit is geen jeugdzorg. Dit zijn oorlogspraktijken’, zei de verloskundige. Ik ben het met haar eens.