Is het Tineke’s schuld dat de dames verloren?

 

Vast niet. Maar een ding is zeker: ‘Die plak is dan wel zilver, voor mij heeft ie een goud randje.’

 

Ik ging er eens even goed voor zitten gisteravond! Wijntje erbij, chippies op tafel. Niet dat ik mijn tuin oranje had versierd – want het moest helaas nog wel een beetje stiekem – maar ik zat er dus wel. Net als heel Nederland zat ik gisteravond voor de televisie.

 

Ik mag “normaal” namelijk nooit meekijken naar voetbal, maar dit keer was ik alleen thuis. Altijd als ik meekijk, verliezen ze namelijk. Echt waar! En dat bijgeloof lijkt zó groot dat ik de mannen in mijn omgeving meestal maar een plezier doe, en maar niet ga kijken als we in een toernooi belanden.

 

En dan zou je dus denken dat ik de laatste jaren tóch heb meegekeken. Maar dat is echt niet zo! Zonder mij lukte het de heren héél goed om zelf te verliezen.

 

 

 

Ik wílde trouwens ook niet meer meekijken, want ik vond er toch niks meer aan.

 

Maar omdat vóór deze wedstrijd de meeste mannen alvast analyseerden dat de dames te zwak waren, zag ik gisteren toch mijn kans! Niemand thuis, de dames in de finale en ik dus weer een keertje voor de buis.

 

En ik hoop maar dat het niet aan mij heeft gelegen dat ze geen goud maar zilver haalden, maar wat een kanjers vond ik die meiden.

 

In de laatste voetbalwedstrijden die ik lang geleden nog wél mocht kijken, zag ik eigenlijk alleen maar mannen op het veld liggen in plaats van lopen. Schopje hier, duwtje daar, en daar kwam weer zo’n show! Blijven liggen of ze zwaargewond waren, gillen, schreeuwen, rollen, “wond” vasthouden, en hopen op een gele kaart voor de tegenpartij.

 

Wat een aanstellerij, dacht ik dan steeds. Dat is toch geen voetbal! Dat is ballet!

 

En ik was er bij de dames dus ook helemaal klaar voor, gisteren! Dat zal me een gepiep worden, dacht ik nog, als leek.

 

Maar niets van dat alles! Er werd gewoon gevoetbald! Bij een flinke botsing moest er wel even gekeken worden, maar er werd daarna gewoon weer doorgespeeld. Er werd niet gespuugd (althans, niet naar elkaar) niet aan shirts getrokken, en één keer had iemand per ongeluk haar been te hoog. Tsja… kan gebeuren!

Maar verder dus geen komedie bij elke aanraking. Wat een openbaring zeg!

 

En al die vooroordelen die ik vooraf van mannen hoorde, heb ik dus helemaal niet gezien. Of zoals verdedigster Merel van Dongen het verwoordde: Vrouwen kunnen voetballen, vechten, sliden, vies worden, gespierd zijn, stoer zijn, zelfverzekerd zijn, kwaad zijn, we kunnen janken, lachen, en werken.

 

En werken deden ze! Helaas was Amerika net even sterker, maar wat mogen die meiden trots zijn op zichzelf. Vooral de keepster!

 

Van Dongen vervolgt ook nog met: “Maar bovenal, we kunnen winnen. Van een tegenstander maar ook van vooroordelen, stereotypen, en twijfel. Dan kun je niet verliezen. Die plak is dan wel zilver, voor mij heeft ie een goud randje.”

 

En eigenlijk is dat precies wat ik ook voelde.

 

Door deze dames vond ik het weer leuk om naar voetbal te kijken. En dat ze een heel land trots maken is mooi meegenomen, maar bovenal mogen ze trots zijn op zichzelf. Gefeliciteerd meisjes! Mij weer laten genieten van voetbal en ook nog zilver halen, is een topprestatie!

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke