‘Ik wil niet dat mijn schoondochter zwanger raakt’
Rosalie heeft samen met haar man Bas één zoon van 37, Pieter. Die is inmiddels al vijf jaar samen met Iris en het lijkt een kwestie van tijd voordat er een kindje komt. Maar als het aan Rosalie ligt, hoeft dat er nooit te komen
‘Toen mijn man en ik Iris voor het eerst leerden kennen, leek het me een aardige meid. Gewoon, normaal; niks mis mee. Het geluk van onze zoon heeft altijd vooropgestaan, dus als hij gelukkig is dan zijn wij dat ook. En dat is nog steeds zo, al wordt dat wel steeds moeilijker.
En dat dat moeilijker wordt, komt omdat Iris een heel moeilijk meisje is. Dat vind ik heel vervelend voor haar, want aan veel dingen kan ze niets doen. Ze heeft veel allergieën, eet geen gluten, noten en lactose. Daarnaast heeft ze een persoonlijkheidsstoornis, ze is gediagnosticeerd met borderline. Daar kan zij allemaal helemaal niks aan doen en dat besef ik ook maar al te goed, maar ik merk ook dat Pieter er veel last van heeft.
Iris is door haar stoornis ontzettend onvoorspelbaar. Ze heeft wel medicijnen, maar twee jaar geleden besloot zij daarmee tijdelijk te stoppen en was ze volledig van de radar. Pieter was in alle staten; ze nam haar telefoon niet op, niemand wist waar ze was en we konden haar op geen enkele manier bereiken. Drie dagen later kwam ze weer thuis alsof er niets aan de hand was. Waar ze uitgehangen had wilde ze niet zeggen.
Doordat Iris zelf zulke diepe dalen heeft maar ook enorme pieken, is dat ook precies het verloop van hun relatie. Pieter laat zich helemaal door haar leiden: als het goed met haar gaat, gaat de relatie goed. Maar als het niet goed met haar gaat, kan hij maar beter dekking zoeken. Vaak genoeg zijn mijn man en ik er getuige van geweest dat ze ruzie om niks zit te zoeken. En dan niet een nutteloos discussietje, maar echt gigantische ruzie. Compleet onnodig.
En nu is Iris 35 en vindt ze dat de tijd begint te dringen: ze wil kinderen. Ik weet dat dit er natuurlijk aan zat te komen, maar toch schrok ik. En die schrik was vooral van mijn gevoel en mijn eerste ingeving toen ik dit hoorde: ik wil dit echt niet. Ik snap objectief gezien dat het voor Iris hartstikke zwaar moet zijn, allerlei allergieën en een zware persoonlijkheidsstoornis, maar ik gun mijn zoon zoveel meer. En wat zijn de risico’s voor het kind?
Eén keer heeft Pieter gezegd dat het uit was, na weer een fikse ruzie om helemaal niks. Iris ging compleet door het lint en was ontroostbaar. Ze zei dat ze zichzelf wat zou aandoen als hij haar ooit zou verlaten, dat ze zonder hem niet kon leven. Emotionele mishandeling vind ik dit en dat heb ik ook tegen Pieter gezegd. Hij is zelf een behoorlijk gesloten man, dus echt hoogte krijg ik lang niet altijd. Wel heb ik hem er meerdere malen op betrapt niet de hele waarheid te zeggen, of mooi weer te spelen terwijl het helemaal niet goed gaat thuis.
Het erge is dat ik Iris een prima aardige meid vind, wanneer ze een goede bui heeft. Maar die goede buien worden steeds zeldzamer en wegen niet meer op tegen alles wat ze al heeft gedaan. Ik probeer mezelf voor te houden dat het moederschap haar misschien gaat veranderen, maar diep in mijn hart word ik zo verdrietig als ik eraan denk dat Pieter met haar een kind zal krijgen. Ik gun hem iemand met wie het gewoon makkelijk en vanzelf gaat zonder zoveel drama.’