Ik mis de brievenbus
Een heel goede morgen op deze warme dag. Ik heb overigens besloten daar niet over te klagen en te zuchten, maar hem te omarmen en te knuffelen, want het zou zomaar de laatste kunnen zijn voordat de herfst aan de poort klopt.
Waar ik het wel over wil hebben is het fenomeen de brievenbus. Dus niet de gleuf in je voordeur, maar het oranjerode exemplaar waar je brieven in kunt posten. De brievenbus lijkt van een uitstervende soort. Had ik er eerst nog twee op hinkelafstand van mijn huis, nu moet ik ze zoeken of lijkt een fietstochtje naar het postkantoor efficiënter. We hadden in Nederland 19.000 brievenbussen en dat worden er 10.000. De reden snap ik best. We schrijven minder brieven dus hebben we minder bussen nodig. Aan de andere kant, omdat er zo weinig brievenbussen zijn, doe je ook net even iets minder snel dat kaartje op de post et voilà, de neerwaartse spiraal is een feit.
Mijn collega Adeline reed laatst Huis ter Heide binnen en spotte er een. Als ware het the last one standing. In zijn eentje, aan een verlaten weg. En toen ik mijn schoonvader vorige week verhuisde, zag ik hem ook. Pal voor zijn nieuwe onderkomen. Kijk, dat is nog eens goed nieuws. Zal ik elke keer als ik hem bezoek meteen een kaartje posten voor iemand die het kan gebruiken? Dat lijkt me een mooi voornemen. Zo zorg ik er in ieder geval voor dat die brievenbus wel blijft bestaan. Want dat de brievenbus de telefooncel achterna gaat, dat kunnen we toch niet laten gebeuren.
Fijne dag voor jou,
May-Britt