Ik ben die kou zo verschrikkelijk beu

 

Mag ik even klagen? Want ik ben die kou zo verschrikkelijk beu, ik tel af tot het lente wordt.

 

 

 

Ik doe mijn best. Mijn best om de leuke kanten van de winter te zien. ’s Avonds doen we kaarsjes aan en ons kacheltje, om het gezellig te maken. Ik zit avonden met een dekentje en een kop thee op de bank te Netflixen en dat is heerlijk. Ik geniet extra van de dagen waarop de zon schijnt, zelfs al is het dan koud. Toen het pas een klein beetje sneeuwde, probeer ik niet aan de smurrie te denken maar aan hoe mooi de wereld eruit ziet in het wit.

 

Ik staar naar de eerste sneeuwklokjes (ze zijn er al) en zet hyacinten binnen op tafel, omdat ze een lentegevoel geven en zo lekker ruiken. Echt, ik doe heel hard mijn best om er iets van te maken.

 

Maar ik ben het zat. Ik hóu gewoon niet van kou. Van buiten komen en die snijdende wind in je gezicht voelen. Van met natte voeten op mijn werk zitten (die leuke winterlaarsjes zijn nooit waterdicht), van een uur bezig zijn met het aantrekken van mijn jas, sjaal, muts en handschoenen om de hond uit te laten en dan na twee minuten alweer terug te zijn (onze teckel houdt ook niet van kou) en van naar mijn werk gaan in het donker en thuiskomen in het donker. Bah! Het liefst kruip ik met mijn hoofd onder mijn dekbed en ga ik de komende weken in winterslaap.

 

Alle andere seizoenen vind ik prima. De eerste zon in de lente, bloeiende magnolia’s en kwetterende vogels. Ik hou van de zomer, als je zonder jas naar buiten kunt, urenlang op terrasjes kunt zitten en alles ruikt naar bloemen en pasgemaaid gras. De herfst telt vaak nog mooie dagen, als de bossen rood, geel en oranje kleuren. Daar kan ik enorm van genieten. Maar die regen en kou… dat is gewoon niks voor mij.

 

Dus tel ik af. Het is bijna februari, dus nog een dag of dertig, schat ik. In maart kunnen we vaak al even buiten zitten, al is het maar met jas aan. Ik beloof: al wordt het 40 graden, ik zal niet meer klagen tot november. Nog even volhouden!