Honderd keer per dag… grrr
En nou overdrijf ik niet. Nou, een beetje misschien. Maar ik ben niet de enige die er last van heeft. Toevallig heeft m’n redactie-collega het ook.
Altijd fijn om erachter te komen dat je niet de enige bent. Ik zat met een vriend bij te praten en zag dat hij hetzelfde probleem heeft als ik. Twee keer tijdens ons gesprek zelfs. En nu hoorde ik het van de week ook van redactie-collega Danique. En als ik aan vroeger denk, zie ik ineens m’n tante weer bezig, als ze bij ons logeerde. Kostte haar voor het ontbijt zeker een kwartier. Maar ze knapte het voor haar man ook op, dus dubbel werk. Hop, flesje alcohol uit de tas, grote witte zakdoek erbij en poetsen maar.
Danique zei van de week hoe irritant ze het vindt dat je je bril honderd keer per dag moet schoonmaken om iets te kunnen zien. En ik dacht nog wel dat ik een aansteller was. Maar dat is het dus niet. Het is gewoon gedoe, zo’n bril. Volgens mijn brillenwinkel moet je een echte oude katoenen luier van vroeger hebben, die werken het best.
In het keukentje op het werk zag ik een mannelijke collega elke keer z’n bril met Dreft en warm water doen. Dat had ik snel gekopieerd, maar ik kreeg er een keer een ongelofelijke tirade over van iemand die het zag en in de brillenhandel had gezeten. Of ik gek was, want dat je daarmee je montuur helemaal laat verbleken. Oeps. Wist ik veel?
Maar goed, ondertussen loopt de halve wereld dus als een gek te poetsen. Of zouden er mensen zijn die gewoon door vetvlekkerige glazen kijken en nergens last van hebben? Zal vast wel. Zo zit het bij mij dus mooi niet. Ik heb hem nog maar net gepoetst of het ding glijdt alweer een beetje van m’n neus, ik duw hem terug op z’n plaats, alweer wazig zicht. Grom. En daar zit een groot deel van de menschheid dus mee opgescheept. We leven in tweeduizendnegentien jongens. Is dat suffe probleem nou gewoon niet heel simpel op te lossen? Kost me m’n halve dag.
Jaja. Bij wijze van spreken natuurlijk.