Hoeveel wil jij er?
Ik heb in principe wel genoeg aan zes, maar ja, zo ben ik dus niet opgevoed.
Zes frietjes is de max, heeft een professor van Harvard een tijdje geleden besloten. Anders zijn de gezondheidsrisico’s niet te overzien. Bij het vak economie op de HBS l (jaja, old school HBS) leerden we over het toe- en afnemend grensnut. Moest ik ineens aan denken gisteren, toen ik weer eens een keer zin had in friet. Ik hoef maar een frietkot te zien of het slaat meteen toe. Liefst zo’n hele tuut. Oh help, ik heb het over friet en ik begin automatisch Bels te klappen (Belgisch te praten, red.).
Heb je het toevallig ook geleerd vroeger, over dat toe- en afnemend grensnut? Ik hoop het niet, want ik ga het even proberen uit te leggen voor de mensen die het niet geleerd hebben en het kan zomaar zijn dat ik er al heel lang niets meer van begrijp en er dus volledig naast zit. Het heeft dus met economie te maken en dat het effect van iets dat je doet of toevoegt in eerste instantie groeit en later weer daalt. Om het simpeler te vertellen: als je erge dorst hebt smaakt je eerste slokje lekker, je tweede slokje nog lekkerder en het derde slokje het allerlekkerst. Daarna neemt het lekkere weer snel af.
Heb ik dus ook met friet. Dus eigenlijk kan ik me best vinden in die aanbeveling van die professor. Na een paar frietjes zou ik het net zo makkelijk voor gezien kunnen houden. Alleen daarom al is frietjes ‘pitsen’ uit iemand anders zakje veel lekkerder. Nou ben ik niet alleen van de HBS-generatie, maar ook van de generatie ‘eet-je-bord-leeg’. Dus als er nergens iemand met zakjes van zes begint, gaat het hem niet worden bij mij. Sorry meneer de professor. Misschien kunt u zelf een frietketen beginnen? Ik neem meteen een abonnement.