Hoeveel mensen doen dat nou echt?

 

Bijna twee derde van de verkeersdeelnemers leest tijdens het rijden weleens berichten op zijn telefoon.

 

 

Dit concludeerde het ministerie van Infrastructuur uit een onderzoek onder 1200 mensen die gebruikmaakten van een auto, (snor)fiets of bromfiets, terwijl 11,4 miljoen mensen een rijbewijs bezitten. Vier dagen lang hield dit minideel van het totale aantal rijbewijsbezitters een dagboek bij en beschreven ze na hun rit met het betreffende vervoermiddel hoeveel berichten ze hadden ontvangen en verstuurd, waar die berichten over gingen en hoe belangrijk ze waren geweest. Het overgrote deel (84 procent) vond de berichten die ze tijdens het rijden kregen achteraf niet zo belangrijk of het risico van een boete waard (94 procent). De boete voor telefoongebruik op de fiets is 100 euro, op de brommer 160 en in de auto 250 euro, en dat is voor een groot deel van de bevolking een heleboel centjes, schat ik zo in, zonder ook maar enige vorm van onderzoek.

 

En toen ging de NOS ermee aan de haal! Ik weet niet precies met welk doel, want ook dáár heb ik helaas geen onderzoek naar kunnen doen, maar de kop van het artikel maakte me al boos. ‘Twee derde van weggebruikers kijkt tijdens rijden af en toe op telefoon’ stond erboven. Maar dat was niet wat het onderzoek had uitgewezen! Ja, het merendeel van die 1200 ondervraagden gaf toe weleens op een telefoon te kijken in die vier dagen. En was dat in komkommertijd, of was dat bijvoorbeeld tijdens de dagen dat Peter R. de Vries nog in een ziekenhuis vocht voor zijn leven? Was er toen iets aan de hand in de wereld wat onrust teweegbracht, of gingen de dagen redelijk rustig voorbij? Dreigde er een oorlog, lag er een natuurramp, ziekte of noodweer op de loer, waren de deelnemers net verliefd, zat er een kind nog in het buitenland in quarantaine, of lag er een ouder op sterven in een afgesloten bejaardentehuis? Allemaal zaken die van invloed kunnen zijn en die je dan moet meenemen als je serieus iets onderzoekt.  

 

Bij meer dan de helft van de onderzochten had het gebruik van de telefoon in het verkeer ook nog geleid tot langzamer rijden, slingeren, het missen van een afslag of zelfs een ongeluk, zo las ik. Zeer verontrustend. Maar ook dát lijkt me nogal afhankelijk van een aantal zaken die hier verder niet bekeken lijken. Bij het appbericht ‘Rij maar rustig aan, want pap is helaas zojuist overleden’ ga je langzamer rijden dan je eerst deed, denk ik. Maar bij ‘Kijk uit! Over 100 m alcoholcontrole!!’ kan ik me voorstellen dat iemand die níet gedronken heeft gewoon doorrijdt, en dat een aso even naar het dashboardkasje grijpt voor een kauwgompje, en daarbij dus wat slingert.

 

En wat is een weggebruiker eigenlijk? Is dat hetzelfde als een verkeersdeelnemer? Iemand die als passagier achter in een auto zit, gebruikt namelijk ook de weg! Maar ik zie hier geen enkele belemmering om even op je telefoon te kijken.

 

Toch klinkt het nu alsof twee derde van de verkeersdeelnemers op zijn telefoon loert tijdens het rijden. En daar kan ik echt boos om worden. Zo’n bewering zet namelijk aan tot laks gedrag bij iemand die nu kan gaan denken: nou, als iedereen het doet, doe ik het ook maar. Terwijl ik nog steeds denk (en hoop) dat de meeste mensen gewoon heel verstandig doen achter het stuur, en dat alleen twee derde van die 1200 mensen die meededen aan dít specifieke onderzoek toevallig toegaven op hun telefoon te kijken tijdens het rijden.

 

Ik weet namelijk zeker dat onze vrienden die een kind verloren door iemand die zat te appen achter het stuur nóóit op hun telefoon kijken onder het rijden. En ik doe dat dus ook niet. Net als een heleboel Franska-lezers dat hopelijk ook niet doen.

 

En voor de twijfelaars: laten we alsjeblieft niet gaan doen of het nu normaal is om dat wél te doen, alleen maar door een domme kop in de krant.

 

Zo! Wilde ik even kwijt. Maar ik app het maar niet.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke