Het zijn maar spullen. Maar toch.
We hoorden nare verhalen over containers die overboord spoelden en hadden nachtmerries over onze fotoalbums, boeken en lp’s die op de zeebodem lagen te vergaan.
Opgetogen keek ik rond in de twintig vierkante meter waar wij op dit moment wonen. Het was een enorme puinhoop. Er stonden dozen opgestapeld tegen het muurtje dat ons bed scheidt van de huiskamer. Echtgenoot was bezig de dozen waarin zijn stereo zat leeg te halen en had alles wat hem in de weg stond op het bed gegooid. Ik stond met drie onderlakens in mijn handen, die onmogelijk nog in de piepkleine kledingkast pasten en ik was al twee keer bijna gestruikeld over mijn naaimachine. Maar dat gaf allemaal niets.
Precies dertig dagen geleden hadden we een aanhanger vol dozen bij de vervoerder ingeleverd om naar Curaçao te laten verschepen. Daar waren een paar intensieve dagen van uitzoeken en nadenken aan vooraf gegaan, maar die laatste dag hadden we vooral knopen doorgehakt onder het mom van: ‘Dat huis moet leeg.’ Sommige dingen kwamen in dozen terecht, maar wat er niet in de aanhanger paste, moest weg. Het was niet anders. ‘Het zijn maar spullen’, zeiden we tegen elkaar.
Vorige week stond ik in de supermarkt met een rasp in mijn hand. Die miste ik al een tijdje tijdens het koken, maar ik bedacht ineens dat de mijne misschien wel in een doos zat. Voor de vermoeidheid en de tijdsdruk ons parten gingen spelen had ik immers ook wat dozen met praktische voorwerpen ingepakt. Ik had geen flauw idee meer wat daar in zat, maar ik kocht toch nog maar even geen rasp. En wat was er eigenlijk met mijn favoriete braadpan gebeurd?
Ik wilde iets met mijn foto’s doen en kwam er toen achter dat mijn archief op een harddisk stond die in een doos zat. Dat hoopte ik tenminste, want hij was in ieder geval niet in mijn laptoptas meegekomen.
We hoorden nare verhalen over containers die overboord spoelden en hadden nachtmerries over onze fotoalbums, boeken en lp’s die op de zeebodem lagen te vergaan. We hielden onszelf voor dat het er niet toe deed. Er zijn veel belangrijkere dingen om je druk over te maken.
Die ochtend kregen we eindelijk het langverwachte telefoontje. De douane had onze lading vrijgegeven en we mochten het komen ophalen. We waren daar zo blij mee dat we meteen in de auto sprongen. En zodra we thuiskwamen, begonnen we direct met uitpakken.
Het zijn maar spullen. Maar toch.