Varkentje wassen
Soms kan iemand een naam totaal voor je verpesten. Wat eerst nog een geweldige naam leek, lijkt dan ineens iets te zeggen over hoe iemand zich misschien wel gaat gedragen wanneer hij die naam krijgt opgespeld.
Zo zal bijna niemand zijn kind nog Adolf noemen, en bij Joram denk je ook vaak snel nog even aan de toevoeging ‘van der Sloot’. Zelfs de naam Jorik – wat ik altijd een leuke naam vond – is “a Lil bit” aangetast door de kleine man die zichzelf heel rijk waande en zijn vriendin sloeg..
Terwijl rijkdom natuurlijk niet in dure vakanties zit. Of in speedboten, drank, drugs, en de kunst om je aan geen enkele wet of regel te houden en anderen dan te kunnen omkopen om daarover te zwijgen. Nee joh, rijkdom zit ‘m in het hebben van dierbaren. In het kunnen geven van liefde aan vrienden, een partner of je kind. Maar zelfs dát heeft Jorik S. te grabbel weten te gooien, en daarbij zijn naam dus nu voor altijd bezoedeld. Ik zou mijn kind nooit meer zo willen noemen als ik nu nog moest bevallen. Ik acht de kans klein dat dat nog gaat gebeuren, maar toch. Bedankt Jorik.
Jaren geleden hielden namen mij ook al bezig. Toen ik zwanger was van mijn eerste kindje had ik bedacht dat het Mick zou gaan heten als het een jongetje zou worden. Nou ja, het wás natuurlijk al een jongetje, alleen wisten wij dat toen nog niet. Zo ging dat vroeger.
En wat denk je? Toen ging mijn nichtje haar net iets eerder geboren zoontje Michael ineens Micky noemen. Als koosnaampje!
Ja, toen moest ik natuurlijk weer iets nieuws bedenken. Twee Micks in één familie – die ook nog eens vlak naast elkaar woonden – dat leek ons wat ingewikkeld worden. Ik moest dus snel een nieuwe naam verzinnen en dat werd toen Bob. Vond ik ook leuk.
Maar toen Bob eindelijk geboren was, bracht ik daarmee mijn tante weer tot wanhoop.
Ja, ik kom uit een wat rommelige familie, en was dus gelijk zwanger met mijn tante. En zij had de naam Bob ook alvast klaarstaan.
‘Nou, lekker dan,’ zei ze toen ik belde dat Bob geboren was, ‘dan verzin ik wel weer een andere naam.’ En háár Bob werd een paar maanden later dus geboren als Pim.
En zo weet mijn vriendin nu al dat ze over een paar weken oma gaat worden van een meisje dat nu al de naam heeft gekregen van iemand die wij op internet vaak tegenkomen bij de reacties onder artikelen. En deze dame (nou… dame???) is altijd erg onbeschoft en negatief, en heeft daarmee haar prachtige naam (voor ons) voor altijd beschadigd. Bij het horen van die naam denken wij nu namelijk meteen aan scheldpartijen, ongefundeerde meningen en spelfouten. Zo jammer.
Wij hebben dus met de toekomstige oma en een paar goede vriendinnen nu alvast een koosnaampje bedacht voor de kleine die er nog niet eens is. Zodat het arme schaapje niet nú al besmet zou raken met de negativiteit die we voelen bij het horen van haar toekomstige naam.
Maar da’s toch erg? Dat je vóór je geboorte al geassocieerd wordt met negativiteit, door toedoen van een ander?
‘Ik noem nog liever mijn hond zo, dan dat ik straks mijn kleindochter aanspreek met die vreselijke naam’, jammerde de aanstaande oma.
En dat bracht vriendin nummer twee op een idee!
‘Ik noem mijn nieuwe varken straks zo!’ riep ze enthousiast. ‘Daar vind ik het ineens een harstikke leuke naam voor!’ Maar wij twijfelden toen nog een beetje.
En toen beviel haar enorme, vieze, luie, vette varken van een aller-schattigst lief klein biggetje, waar wij allemaal straalverliefd op werden. Zo schattig, dat kleintje!
En nu?… Nu vinden we die naam dus ook meteen weer leuk. Zo werkt dat dus! Het is gelukkig opgelost vóór de geboorte van het kleinkind waar we allemaal zo enorm naar uitkijken.
Ja, joh. Dit soort varkentjes wassen wij wel even hoor!