Goed opgevoed

 

 

Ik ben ontzettend goed opgevoed. En dat begon al heel jong, want mijn ouders pakten het serieus aan. Juist daardoor ging het dus een keer bijna mis.

 

 

 

Rechtdoor, naar school en kantoor.’ Als we dat op de radio gehoord hadden kwam de boel in beweging. Bij de deur een kusje van mama en de opdracht dat we rechtdoor moesten lopen, niet met vreemde mannen meegaan en ook geen snoepjes aannemen van vreemde mensen. Elke dag hetzelfde riedeltje, strijk en zet.

 

En dat was niet het enige. Ander onderdeel van onze opvoeding was dat we geen deur open mochten doen als er aangebeld werd wanneer m’n ouders niet thuis waren.

 

franska op de trap

Moest ik ineens aan denken toen ik laatst dit trieste bericht zag op Radio Rijnmond. Kindjes die alleen thuis waren gelaten en mama zochten. Ineens zag ik mezelf weer voor me als kind. Maar dan in een heel andere situatie.

 

Dat wij niet wisten waar onze ouders waren gebeurde ons namelijk niet. Zo ontzettend vaak gingen ze trouwens niet weg en toen we echt nog te klein waren om alleen thuis te blijven was er altijd een oppas. En later wisten we altijd waar ze waren. Nou was dat ook niet zo moeilijk te onthouden, want meestal waren ze dan een potje klaverjassen bij de buren. En natuurlijk met de opdracht niet open te doen als er gebeld werd.

 

Zo kwam het dat ze meer dan een uur lang tevergeefs bezig zijn geweest om binnen te komen na zo’n potje klaverjassen bij de bovenburen. Wij waren braaf naar bed gegaan en sliepen toen er werd aangebeld. Natuurlijk werden we wakker en overlegden we samen, maar mooi dat we de deur niet open deden. Even later weer die bel. En nog een keer. We begonnen het een beetje eng te vinden. Maar opdracht is opdracht. De deur ging onder geen beding open. Op een gegeven moment begon de brievenbus te klepperen. Brrrr…. En daarna begon er iemand door de brievenbus tegen ons te praten. Intussen stonden we al wel samen achter die brievenbus. De mensen (we hoorden dat het er twee waren) zeiden dat ze onze ouders waren.

 

Ja doei! Oh nee, doei zeiden we toen nog niet. Ja dáág! Die deur bleef dicht. Maar ze bleven stug volhouden dat ze toch echt onze ouders waren. Waarop wij om bewijzen gingen vragen. Iets van hoe opa en oma van hun voornaam heetten en de namen van onze poppen en dat soort dingen. Na rijp beraad vonden we dat we toch de deur maar open moesten doen, want we dachten dat ze uiteindelijk wel gelijk hadden met die bewering dat ze onze ouders waren. En gelukkig. Ze waren het. Sleutel vergeten. En wij dikke complimenten dat we zo braaf waren. Ze liepen wel te giechelen om dit voorval. Volgens ons hadden ze gewoon gedronken. En dat gegiechel vonden we stom. En ze hadden ze ons dus uit onze slaap gehouden, stelletje sufferds. In elk geval zijn ze nooit meer hun sleutel vergeten. Lesje geleerd.

 

Door: Franska

Afbeelding van Franska