Glazen tellen
Er zijn vrouwen die hier een handje van hebben…
‘Pas je een beetje op schat? Morgen heb je een drukke dag. Toch? Lijkt me niet goed hoor, om te veel te drinken. Krijg je spijt van, ben ik bang.’
Nee natuurlijk reageert hij niet. DIt is immers een gelopen race. Altijd als hij lekker zit te kletsen, met een wijntje erbij, hetzelfde gezanik. Als zij zich nou eens een keertje lekker niet met hem zou bezighouden. Lekker haar eigen glazen zou gaan zitten tellen.
‘Zou je dat nou wel doen? Ik bedoel: je hebt er nu al drie op. Dit wordt je vierde glas. Nou ja, je moet het zelf weten natuurlijk. Ik zeg het maar even.’
Ja natuurlijk weet hij dat hij dat zelf moet weten. Daarom heeft hij ook lak aan wat ze vindt, en doet hij alsof het hem geen barst kan schelen dat ze hem behandelt alsof hij een kind is. Al raakt hem dat natuurlijk wel. Van pure nijd gooit hij zijn glas in één keer achterover. Hij is toch zeker een volwassen kerel die heel goed zelf kan uitmaken wat goed voor hem is?
‘Nou, sorry hoor. Dit vind ik echt een beetje overdreven. Kijk nou zelf even hoe snel je je glas leeg had. Dat ben je toch zeker met me eens, of niet? En nu nóg een? Vijf glazen wijn? In amper een paar uur tijd? Sorry hoor. Maar ik ga me nu toch echt een beetje zorgen over je maken.’
Vroeger tetterde ze nog wel eens met hem mee. Hartstikke gezellig vond hij die avonden. Lekker samen bomen over van alles en nog wat. Geen gedoe en geen moment denken aan morgenochtend en werk en verantwoordelijkheden. En als ze al eens wat moeilijker uit hun bed kwamen dan zei ze altijd dat ’t het helemaal waard was geweest. Hij kan soms erg terugverlangen naar de tijd dat ze nog niet zo benauwd deed over hoeveel hij drinkt. Hij wordt een beetje treurig als hij eraan terugdenkt hoe heerlijk het was toen hij nog niet op zijn vingers werd getikt en gewoon zichzelf kon zijn.
‘Je kan de pot op. Ik neem er nog een.’
‘Nou ja, sorry hoor. Ik vind het belachelijk. Maar je moet vooral doen wat je niet laten kunt.’