Gênant winterverhaal, niet doorvertellen
Maar ik heb een excuus, ik was nog maar drieëntwintig. En wat een winter was het deze keer hè? Kort maar krachtig. De talkshows stonden er bol van.
En ineens begon iedereen over de winter van negenenzeventig. Nou heb ik niet zo’n goed geheugen voor jaartallen in combinatie met winters, maar er is een ochtend uit die periode die in m’n geheugen gegrift staat. Wat ik nog wel weet is dat ik toen drieëntwintig was en nog lichtelijk onbezonnen, zoals dat wel vaker voorkomt op die leeftijd.
Het begon de avond ervoor eigenlijk al. We woonden midden in de stad, op loopafstand van onze stamkroeg. M’n vriend (tegenwoordig noem ik hem m’n man) speelde daar op maandagavond in de schaakcompetitie. Ik wilde geen enkel kroegbezoek missen, dus ging mee, al waren die schaakavonden knap saai maar ja, bloed kruipt waar het niet gaan kan. Vanwege de kou dacht ik: ach… laat ik eens een Berenburg proberen, zo’n hele plens bier in je buik is niet zo lekker met dit weer en ze drinken het niet voor niks langs de kant bij de Elfstedentocht. Nou dat smaakte best. Dus nog maar eentje en nog eentje en nog eentje en… ik heb de tel niet bijgehouden.
De volgende ochtend zeven uur: RING!!! Douchen, tandenpoetsen, mascara en lippenstift erop, boterham in de tas en hop op de fiets richting station, m’n trein vertrok om 7u42. Hoe ik het in die tijd klaarspeelde om alles in een half uur te doen snap ik nu echt niet meer. Beetje gammel voelde ik me wel, toch niet zo’n goed idee om driekwart kruik Berenburg leeg te drinken. Maar ’s avonds een vent, ’s ochtends een vent. Ergens halverwege nam ik de bocht en klap, daar lag ik. Boos op mezelf natuurlijk. Moet je ook maar niet zoveel zuipen, mopperde ik van binnen. Snel d’r weer op en als de bliksem door naar het station. Normaal was ik altijd twee minuten te vroeg, maar door die val was ik strak op tijd.
In de trein was het merkwaardig stil. Ik checkte of ik met m’n wazige kop misschien een uur te vroeg was, nee dus. Bij de tussenstop in Tilburg werd het iets drukker en kwam er een best knappe jongen naast me zitten. Bij Den Bosch werd ik wakker omdat ie blijkbaar even had bewogen. Was ik op z’n schouder in slaap gevallen. Hij lachte heel lief naar me. Snel (met een kop als een boei) de trein uit en overgestapt richting Utrecht. Net als altijd was ik precies om kwart over negen op m’n werk. Waar ik de enige bleek te zijn. M’n horloge weer gecheckt. Vervolgens duurde het uren voordat de rest langzaam binnen kwam druppelen. Sommigen kwamen helemaal niet, want die moesten van ver komen (net als ik).
Wat bleek: het hele land lag plat vanwege de ijzel. Er gingen geen bussen, je kon niet lopen of fietsen, vertelden ze. Hoe ben jij hier gekomen? Nou, gewoon… Ik had met m’n zatte kop niets van die ijzel gemerkt. Was ik dus helemaal niet onderuit gegaan vanwege de Berenburg. De baas vroeg wel waarom ik zo wit zag, of ik me misschien niet lekker voelde. Niks aan de hand hoor! Heb je misschien gedronken gisteren, vroeg ze. Nee hoor! Nou, dat was achteraf een knap stom antwoord, want je rook het natuurlijk op twee meter afstand.
Gelukkig is het verjaard en vergeten, of zou die leuke jongen nu ineens weer opduiken als ie dit per ongeluk leest? Nou ja, jongen… oude man zal het intussen zijn. Dankzij hem was ik net op tijd wakker om over te stappen. Als je het leest meneer, hartelijk dank nog. Snap nog niet dat je zo lief lachte tegen iemand met zo’n giga drankkegel. En nog iets, voor als je dit leest, ik drink echt niet elke avond zoveel hoor. En Berenburg al helemaal nooit meer. Mojitootje misschien… of twee…
Wat zeg ik? Aperol Spritz! Want de winter zit erop, tijd voor het voorjaar. Voor zon, zomer en buiten zijn. Kom maar op. Ik heb er zin in. En als het nog even duurt, geen probleem, want voorjaar en zomer kun je ook zelf organiseren. Ik zit hier al een week in de heerlijke geur van mimosa.
Daarbij nog een vleugje van het verrukkelijke nieuwe parfum van Betty Barclay om me heen. Zo zalig als de zomer zelf. Je voelt bij wijze van spreken de zon op je huid, een licht briesje langs de haartjes op je armen, je hoort een turquoise zee kabbelen, ziet de glinsterende zon aan de hemel en een goudkleurig zandstrand zo ver je kan kijken. Heerlijk, zalig, zomer. Het parfum is pas vanaf maart in de winkel, maar ik attendeer je er alvast maar op en… pompiedompiedom… natuurlijk mag ik er nu ook al eentje weggeven.
Dus wil je ook de zomer in je bol? Kwestie van reageren onder dit bericht op Facebook. Volgende week maak ik daar dan ook de winnaar bekend.
Ik wens je nu alvast een heerlijk voorjaar en een fijne zomer. Laten we maar genieten van de leuke dingen van het leven.
Liefs
Franska