- Waarom komen m’n collega’s eigenlijk niet bij mij thuis werken?
- Waarom doen we geen woningruil? Die mensen die in de tegengestelde richting staan in mijn huis en ik in dat van hen? Jek! Ik vind dat huis vast niet leuk. Toch maar liever iets meer filerijden dan.
- Als er nou eens een rijdende wasstraat was, waar ik doorheen zou kunnen tijdens het filerijden. Meteen de auto schoon. Twee vliegen in een klap.
- Waarom sluiten ze niet netjes aan, dan wordt de file in totaal veel korter. Nu hebben de mensen in ’s Hertogenbosch er ook nog last van. En waarom remmen ze steeds? Zo máák je files. Iedereen achter je trapt ook op de rem. Geleidelijk met de flow mee gaan voorkomt files.
- Waarom is er nog niet een keten die met een hippe koek-en-zopie lekker tussen de file in gaat rijden? Gat in de markt.
- Zouden ze hebben zitten kijken naast me? Ik zit al de hele tijd ‘gezichtsgymnastiek’ te doen. PIE-AA-NOO en zo. Ziet er niet uit.
- Waarom gaan ze niet even een kwartiertje echt helemaal stilstaan? Kan ik tenminste m’n nagels lakken.
- En misschien een kapper op de achterbank? Dat je geknipt, geverfd, geföhnd en geschoren aankomt? Die kan dan met een ander weer terugrijden en zo – al heen en weer rijdend – klanten helpen.
En als het echt een uitzonderlijk lange file is, begin ik weleens te rekenen.
- Hoe lang ik nog had kunnen slapen als ik na de file was gaan rijden.
- Waar ik al had kunnen zijn als ik naar het zuiden was gereden in plaats van naar het noorden. Parijs misschien? Dat is bij mij thuis vandaan 3,5 uur rijden.
- Hoe had dat gemoeten als er geen auto’s waren? En ik bijvoorbeeld elke dag op de fiets… of met een paard… hoeveel tijd had ik dan over gehad om te werken?
- Of het misschien sneller zou gaan als ik langs de kust met een speedboot naar het noorden zou gaan. Hoe snel gaat een speedboot per uur vergeleken met mijn auto?
- Hoeveel dagen die filetijd die ik al verslonden heb bij elkaar opgeteld is. En wat ik met die tijd had kunnen doen.
