Even over roken op het terras

 

Op die ene dag zonnige dag die we laatst (godzijdank) hadden ging je redactie uit lunchen.

 

Bij ons om de hoek maken ze zo’n fijne sandwich met tuna melt, daar gooi je elk dieet prompt voor in de hoek. Maar omdat het eindelijk eens niet regende, we warm waren gekleed en zelfs onze zonnebril op moesten doen vanwege de zon, gingen we buiten zitten. Het eerste wat ik deed was de asbak van tafel halen. Vroeger liet ik ze aanrukken. Het verschil moge duidelijk zijn.

 

Sinds ik gestopt ben met roken, valt de roker me wat meer op. Ik zie mezelf erin terug. Het van tafel wegrennen tussen het voor-hoofd-nagerecht, het drentelen voor de deur van een bar om nog er nog even snel eentje ‘te doen’, het middenin een gesprek zeggen dat je zo terug bent. Maar in één ding denk ik nog wel als een roker en ik hoop trouwens ook dat dit zo blijft. ‘Huh, wat?’ denk je dan. Het roken op een terras.

 

Je hebt gelijk: rook ruikt niet echt lekker als je zelf niet rookt (zeg ik netjes, want het stinkt best beheurlijk), maar laten we niet vergeten dat die roker de hele winter al op dat terras zat. Als wij het dan uit de wind in de zon weer een beetje aandurven om naar buiten te komen, dan betreden we eigenlijk hun territorium. Is natuurlijk net zo goed van ons als van de roker, maar moeten we nu echt om die paar vierkante meters gaan zitten wapperen, kuchen en zuchten? Ik denk het niet. En eerlijk: roken is buiten nog altijd gewoon toegestaan, hoe ongezond het ook is.

 

Ik opper dat we op dit ene vlak een voorbeeld nemen aan de Emiraat (wat hier en daar in Amsterdam gelukkig al begint te komen). Daar kies je gewoon voor smoking of non-smoking op het terras, net als wij dat vroeger binnen deden. Lijkt me een prima oplossing. Smokin’ klinkt dan toch stukken heter, geef toe. En tot die tijd gewoon bovenwinds van de rokers gaan zitten, dan heb je nergens last van.
 
 

Door: Adeline Mans

Afbeelding van Adeline Mans