Even over De Slimste Mens (en Emma Wortelboer)
Ik had gisteren zó’n zin in De Slimste Mens. Even wat luchtig, niet-actualiteit-gedreven vermaak. Gewoon kijken en meedoen.
Bovendien is de line-up dit jaar zalig. ‘Onze’ Liesbeth Rasker, Anna Nooshin en gisteravond zat daar gewoon Guus Meeuwis. Ik zou er bijna iets heel raars als ‘niemand minder dan’ voor zetten. In een wereld waar alles anders is, voelt De Slimste even als onveranderd vertrouwd. Nou ja, op die perspex tussenschotjes na dan, maar die gum ik in mijn hoofd uit.
Vooropgesteld: ik heb er ook ooit gezeten en ik heb mijn zenuwen beloofd om dit soort dingen niet te herhalen. Dingen die vanaf de bank soms zo simpel lijken zijn daar ineens niet zo vanzelfsprekend. Ik denk dat dit de kracht was van Emma Wortelboer die gewoon maar bleef roepen. Het was nou niet dat ze uitblonk in algemene ontwikkeling en kennis. Even wat vragen en antwoorden: ‘Hoe zeg je ‘ik hou van je’ in het Italiaans?’ Deze vraag beantwoordde ze met een unverfroren ‘j’adore’. Op de vraag welke kunstenaar/installateur die samen met zijn vrouw gebouwen inpakte en die op 31 mei dit jaar overleed, zei ze: ‘Jean des Bouvrie’. Toen Philip Freriks meewarig het bolletje schudde, voegde ze eraan toe: ‘Die is toch ook dood?’
Maar dat is het leuke aan De Slimste: lef en gewoon roepen brengen je een heel eind. Et voilà, daar zat die kleine Wortelboer gewoon als slimste van de dag met een nonchalant wat-kan-mij-het-allemaal-schelen opgetrokken knietje in de meest rechter stoel. Ik zit er vanavond weer klaar voor, hoor.
Wil je lezen over mijn martelgang bij De Slimste? Kijk hier maar.