Even het nieuws doornemen
In deze tijd van Kerstmis en de Top2000 een speciale terugblik, namelijk op een bijzondere gebeurtenis uit mijn eigen leven.
‘Now and Then’ de nieuwe, nou ja “nieuwe”, half-postume single van de Beatles komt de Top2000 binnen op nummer 667.
Ik was zestien toen de Beatles in 1964 Nederland aandeden. Het muziekblad Tuney Tunes, evenals de helft van de Beatles ter ziele, organiseerde een soort loterij, waarmee je in aanmerking kon komen voor kaartjes voor hun concert in de veehallen van Blokker.
Ik deed mee, en voor de eerste en laatste keer won ik een prijs in een loterij. Samen met drie vrienden mochten ik naar Blokker. We moesten overigens wel gewoon betalen voor ons kaartje.
Daarvoor, je zult ooit weleens de beelden hebben gezien, was er een rondvaart van de Beatles door de grachten van Amsterdam. Samen met Cor, die met mij op een keurig gymnasium in Amsterdam zat en een van de vrienden was die meeging naar het concert, liep ik mee langs de grachten te zwaaien naar de drie Beatles. Ringo Starr was ziek en werd vervangen door de volledig onbekende Jimmie Nicol. Die Jimmie had zijn paar dagen van fame, mocht drummen in Nederland, Denemarken, het Verre Oosten en Australië, waar Ringo hem weer kwam vervangen. Het is slecht afgelopen met Jimmie Nicol; de rest van zijn leven leidde hij een zwervend bestaan.
Na die grachtenloop, overigens de enige keer in mijn leven dat ik spijbelde, werden wij in bussen vervoerd naar Blokker. Het hele dorp stond zich langs de weg te vergapen aan de verdorven jeugd die voor een concert van langharige popsterren helemaal naar hun dorp kwam.
Het was een uniek concert, niet alleen omdat het de enige keer was dat de Beatles in Nederland optraden, maar ook omdat dit het enige concert was waar ik eigenlijk niets van de muziek heb meegekregen.
Het lawaai van het publiek was vele malen luider dan wat die vier daar ver weg op het podium lieten horen. Het meisje naast mij had verteld dat natuurlijk Ringo Starr haar favoriet was, maar dat bij zijn afwezigheid nu nummer twee Paul McCartney die rol van haar had gekregen.
Op een gegeven moment zwaaide Paul onze kant op. Mijn buurmeisje dacht – ten onrechte – dat hij alleen naar haar zwaaide en niet ook naar die andere honderden fans die aan onze kant stonden te schreeuwen.
Kortom, zij viel ter plekke flauw. Ja, ik was zestien, het was 1964, ik wist me daar niet echt raad mee. Ik heb haar ridderlijk overeind geholpen en mij verder ook uiterst voorkomend gedragen.
Cor en ik schreven na afloop een stuk over onze belevenissen met de Beatles voor de schoolkrant. De redactie ging met ons stuk naar de rector, die het ogenblikkelijk zonder te lezen verbood.
In die tijd ging je niet naar de rector, je belde ook niet zomaar aan bij de koning. Dus vroegen wij aan de redactie wat er aan de hand was.
De rector had boos tegen hen gezegd dat zij zich moesten realiseren dat op ons gymnasium slechts één muzieksoort bestond, klassieke muziek. De rest was rommel.
En, had de rector er als extra uitleg aan toegevoegd, wij gaan bij gym (hij had gezegd: lichamelijke opvoeding) toch ook niet voetballen?
Dat klopte. Maar ik heb hockey zelfs na zes jaar niet echt onder de knie gekregen.