Even het nieuws doornemen
Het is komkommertijd voor de kranten en de journaals.
Zo was van de week op een dag het belangrijkste nieuws dat er geen nieuws was, niet van Caroline van der Plas, over wie haar beoogde premier wordt, en ook niet over Pieter Omtzigt, omdat hij eerst op vakantie ging voor hij zou gaan zeggen of hij een eigen partij gaat beginnen.
Het kan vreemd lopen in de politiek. Vorig jaar 1 april was er een tumultueus debat in de Tweede Kamer, omdat er gepraat was over ‘Pieter Omtzigt, functie elders’. Wopke Hoekstra beloofde toen Omtzigt te ‘sensibiliseren’, waardoor Hoekstra nu is gaan familiariseren (meer tijd aan zijn gezin besteden) en op Omtzigt volgens de peilingen het bizarre aantal van 46 zetels ligt te wachten.
Ruim de helft van de politieke leiders is overigens gaan familiariseren, zodat na de verkiezingen in november de debatten ongetwijfeld heel anders zullen verlopen.
Wij hebben onze eigen kinderen, toen zij in de puberteit waren, ook wel eens gedreigd ze te gaan sensibiliseren. Dat had geen enkel effect, niet alleen omdat op die leeftijd veel waarschuwingen geen zin hebben, maar wat ongetwijfeld ook meespeelde was dat zij het woord niet kenden.
Het is wel bijzonder: alle vier koplopers in de peilingen zijn nieuw. Yesilgöz van de VVD loopt, net als Frans Timmermans van de nieuwe linkse partij, al jaren mee, maar Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas zijn als partijleiders tamelijk nieuw.
Er is veel onderzoek gedaan naar hoe het komt dat soms mensen van buiten het zo goed doen bij de kiezer. Voor de hand liggende conclusie is natuurlijk dat kiezers, ook in andere landen, vaak uitgekeken zijn op hun huidige regering en denken: ik ga voor een nieuwer iemand, liefst van buiten de politiek.
Het leukste voorbeeld vind ik nog steeds het Amsterdamse gemeenteraadslid Had-je-me-maar. Hij heette eigenlijk Cornelis de Gelder, maar dat wist bijna niemand. Er waren in die tijd, 1921, heel wat bekende zwervers die de stad kleurden. Ik wil je een aantal namen niet onthouden: Jan Poepenaatje, Jossie Hondemepper, Jan Misdruk, Feissie Bonenkakker en Mesjoggene Gans. Voor de twijfelaars: nee, dat waren allemaal bijnamen die te maken hadden met hun hobby, hun handicap of hun gewoonte. Had-je-me-maar dankte zijn bijnaam aan Louis Davids, die een lied over hem had gemaakt waarin deze woorden voorkwamen. Het einde van zijn Rapaillepartij wil ik jullie niet onthouden. De partij kreeg twee zetels in de gemeenteraad en was zo populair dat voor de eerste vergadering van de nieuwe raad Had-je-me-maar werd opgepakt en wegens dronkenschap naar Veenhuizen gestuurd. Eigenlijk is er dus niets veranderd. Net als Pieter Omtzigt nu vonden de machtshebbers in 1921 het nodig Had-je-me-maar te sensibiliseren, en ‘functie elders’ werd een afkick-kolonie.
Het loopt overigens heel vaak niet goed af met die nieuwkomers. Trump is natuurlijk het bekendste voorbeeld. Tijdens zijn campagne in 2016, toen hij uiteindelijk won van Hillary Clinton, liet hij zich ontvallen: ‘Als ik morgen op straat in New York twee mensen doodschiet, stijg ik ongetwijfeld nog verder in de peilingen.’
Dat geldt voor Geert Wilders in ons land ook. Elk proces maakt hem populairder, want dan ziet zijn aanhang dat de zittende macht het op hem gemunt heeft. Dat Geert Wilders, net als Donald Trump, aangeklaagd wordt omdat hij de wet heeft overtreden, lijkt volkomen onbelangrijk.
Kortom, het worden spannende verkiezingen met al die nieuwe leiders.