En, hoe gaat het met Flo?
‘Voel je je gewaardeerd?’ Ik vond het een mooie vraag. Mijn geliefde was op een reünie van zijn middelbare school en zijn klasgenoot had ‘m gesteld. Een vraag die je aan het denken zet. Iets anders dan het versleten ‘Hoe gaat het?’
Toch is ‘hoe gaat het’ al een jaar of wat een enorme spiegel voor me. Vooral als het wordt voorafgegaan door het woordje ‘en’ en wordt afgesloten met ‘met Flo’. Zo werd de vraag altijd gesteld: ‘En…’ ongemakkelijke stilte… ‘hoe gaat het met Flo?’
Boos werd ik ervan. Stelletje ramptoeristen. Waarom vraag je alleen naar Flo en niet naar mijn andere dochters? En waarom niet eens een keer naar mij? Nu weet ik beter. Natuurlijk was de vraag goed bedoeld en voor de vraagsteller ook niet makkelijk, maar ik was nog als Bambi op het ijs als het ging om ongemakkelijke vragen. Of misschien niet zozeer ongemakkelijke vragen, maar vragen die tot een ongemakkelijk antwoord leiden.
Nu ik een jaar of zeven ervaring heb met deze vraag (Flo is elf en we kwamen er rond haar vierde achter dat ze anders was) zie ik een patroon dat verandert.
In den beginne was er de aan boosheid gekoppelde ontkenning. ‘Goed hoor, hoezo? En hoe gaat het eigenlijk met jouw….’ Op de stippellijn kun je iets (of iemand) invullen dat ook erg (of liever: nog erger) was. Zo, die bal was weer even weggeschopt.
Een jaar later was deze vraag het startsein voor een emotionele monoloog. Ik denk dat er heus mensen zullen zijn die spijt hadden van het stellen van de vraag. Ze wilden wat smalltalk en hadden ineens een over-emotionele moeder aan zich vastgezogen.
In seizoen III van de dramaserie May en Flo was ik in staat een kort, bondig en kundig (ahum) verslag te geven van wat er loos was. Autistisch, verstandelijk beperkt, kan waarschijnlijk nooit zelfstandig wonen maar is intens lief en we kennen haar gebruiksaanwijzing. Pompiedom. Niets aan het handje.
Seizoen IV. ‘Hoe gaat het met Flo?’ Ik antwoord: ‘Het gaat goed.’ Maar oh jee, als mensen dan maar niet zouden denken dat ze “genezen” is. Dat ze ineens leest en schrijft en naar een gewone school gaat en zomaar toch ineens de eerste vrouwelijke minister president van Nederland kan worden. Dat niet. Dus dat ging ik dan weer uitgebreid nuanceren. En dan had ik een vervelend gevoel omdat ik natuurlijk veel liever zou praten over wat Flo wél allemaal kon. Maar ja, dan was het weer geen eerlijk antwoord op de vraag.
Gisteravond besefte ik ineens dat ik bij seizoen V ben aangekomen. Ik had een etentje waar veel kennissen uit mijn vak waren. Ze kennen mij en mijn verhaal, dus ze stellen de vraag. ‘Hoe gaat het met Flo?’ En ik kon het zeggen: ‘Goed. Het gaat goed met Flo.’ Zonder verdere uitleg, zonder verdriet, zonder verklaring.
Gewoon goed.