Een verfkwast of emmer met sop maakt al het verschil

 

Maar deze man onder de brug moest het zonder stellen

 

Op het moment dat ik me afvraag wat het is, dat daar ligt, blijft hond Jip op een meter of twee ervandaan stilstaan. Ze doet zelfs een paar passen achteruit voordat haar neus in de lucht gaat en ze voorzichtig nadert. Ze snuffelt, blijft op haar hoede, kijkt naar mij en dan zie ik het ook. Wat daar ligt is een man. Zo roerloos dat ik meteen het ergste vrees. Zijn hoofd gaat schuil onder een grote muts en zijn gezicht is weggedraaid naar de muur. Zijn jas is sleets maar nog niet tot op de draad. Aan zijn voeten steken gympen. De zolen zijn half vergaan.

 

Vanuit de tegengestelde richting nadert een man op een fiets. Hij smeert ‘m snel als ik ‘m aan wil spreken over wat te doen met de man op de grond, maar dan komt er beweging in.

 

‘Gelukkig. Hij leeft.’

 

En dan weet ik het niet meer zo goed. Moet ik hem aanspreken? Vragen of ik iets kan doen? De man kucht een keer en draait zich op zijn rug. Hij heeft precies de baard die je verwacht bij een man onder een brug. ‘Alles goed?’ vraag ik hem. Hij kijkt me maar half aan. Wat verdwaasd. Zegt niets.

 

Vroeger op de boerderij hadden we gekke-Huub-uit-Maastricht die geen familie, geen baan, geen huis en geen geld had en de meeste dagen van het jaar als een Maleier was. Geregeld kwam hij vragen of er schilderwerk voor hem te doen was en ook als dat er niet was, kreeg Huub een kwast in zijn handen gedrukt en een fles bier. Vaak duurde het maanden voordat Huub weer genoeg was bijgetankt om de kuierlatten te kunnen nemen.

 

En altijd kwam er weer een dag dat Huub er finaal doorheen zat en aanklopte om te vragen of er schilderwerk voor hem te doen was.

 

Vroeger in het dorp waar ik woonde was er Johnny-die-altijd-bij-zijn-moeder-was-blijven-wonen. Naar verluid omdat hij geen meisje kon krijgen en ook omdat hij van de mannen zou zijn – al werd dat laatste uiteraard alleen gefluisterd. Johnny zorgde als de beste voor zijn moeder en maakte beter schoon dan menig huisvrouw. Toen zijn moeder overleed werd Johnny hier en daar gevraagd om te komen helpen poetsen. Want het was belangrijk dat Johnny onder de mensen bleef komen om niet weg te kwijnen in dat grote huis zonder zijn moeder.

 

Huub en Johnny belandden niet onder een brug omdat er altijd een verfkwast of emmer met sop was om erger te voorkomen. De man onder de brug moest het zonder kwast en emmer stellen en daarmee zijn zijn kansen op beter zo goed als verkeken. Want eenmaal onder een brug is het een eindeloze en schier onbegaanbare weg terug naar de verfkwast en de emmer met sop.

 

Door: Brigitte Bormans

 

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.