Een sprookje uit 2021

 

 

Het was op een gewone dinsdag. Geen feestdag, geen oud en nieuw, geen niks niet. Maar een takkenherrie; echt je werd er gek van! Dus ik dacht: ik ga erheen!

 

 

Ik pakte mijn bezem en snelde naar het tunneltje waar de herrie vandaan kwam, en trof daar een groepje jongens aan met een nieuwe hobby: vuurwerk afsteken terwijl dat eigenlijk niet mag.

 

Nou gebeurde dat soort dingen natuurlijk vroeger ook al, maar toen waren mensen nog niet zo goed opgeleid als nu. Dus toen hadden ze nog een excuus. Toen hadden sommige mensen gewoon nog geen idee welke maand nou 30 dagen had, en welke 31. Dus toen stak men ook weleens per ongeluk iets te vroeg een paar knalletjes, sissertjes of piepjes af.

 

Alleen moest dat knalletje daarna steeds meer gaan klinken als oorlog. En dat was jammer. Omdat veel mensen nu eenmaal denken dat oorlog een spelletje is. En het sissertje van nu lijkt alleen nog te slaan op de situaties ná het afsteken van illegaal vuurwerk op verboden tijdstippen. Het loopt tegenwoordig namelijk meestal af met een sisser als de ME uitrukt, terwijl we het vroeger al Spaans benauwd kregen als oom agent alleen maar langsfietste! Tsja… tijden veranderen.

 

En nu is het dus pas feest als minstens één deelnemer er is geweest, zeg maar. Als fietstunnels worden opgeblazen, huisdieren in angst leven, ramen sneuvelen, auto’s uitbranden, kleine kinderen wakker liggen, handen worden afgerukt en ogen sneuvelen. Pas dán is het leven echt leuk.

 

En ik begrijp dat ook wel, hoor. Ik ben ook jong geweest! En misschien had ik toen ook wel behoefte aan dat soort dingen. Ik kan het me niet herinneren, maar dat zeg ik natuurlijk niet. Nee joh, men mocht eens denken dat mijn geheugen niet goed meer werkt. En ik begrijp dus best dat jonge mensen niet meer genoeg hebben aan maar één avond vuurwerk afsteken, roep ik dan ook maar. Want ik wil er wel bij blijven horen, natuurlijk.

 

Dat vuurwerk daarom het hele jaar nodig is om het leuk te hebben, dat vind ik dus logisch. En dat het dan ook heel gevaarlijk vuurwerk moet zijn dat begrijp ik ook wel. De zorg is tegenwoordig immers zó goed; die hand die zetten ze er zo weer aan, joh!

 

Dus die mensen in de zorg, die moeten eigenlijk ook niet zo zeuren. Ja, er heerst een griepje… Nou en? Dan mag je toch wel lol hebben als mens zijnde? En dat het dit jaar zelfs verboden was… Tsss.

 

Een verbod is er om te omzeilen of te negeren, toch? Daar worden die dingen nou eenmaal voor uitgevonden!

 

Ja! Dat moest het zijn geweest wat die jongens in het tunneltje vlakbij mijn huis die dinsdag dachten. Dus ik dacht: ik ga erheen!

 

En ik had verwacht dat ik meteen voor heks zou worden uitgemaakt, omdat ik met mijn bezem kwam, maar nee hoor. Ik nam die bezem mee om mezelf te kunnen verdedigen – en ik ben nog niet zo ver dat ik een mes bij me wil dragen – maar wat denk je? Ze pakten mijn bezem gewoon af!

 

‘Kom maar mevrouw,’ zeiden ze. ‘Wij doen het veegwerk wel even. En we zullen stoppen met die vreselijke knallen, want zo kunt u natuurlijk niet (thuis)werken.’

 

En ik zag ze snel alle vuurwerkresten bij elkaar vegen en netjes opruimen.

 

‘Wat doet u eigenlijk voor werk?’ vroegen ze toen ze klaar waren en ik mijn bezem weer terugkreeg.

 

‘Eh… ik schrijf,’ zei ik toen. ‘Ik schrijf sprookjes.’

 

En meteen daarna schrok ik wakker door een enorme knal.

 

BAM! Pfffff…

 

Hmmm… zeker een plofkraak, dacht ik toen ik me weer omdraaide.  

 

En de mens leefde nog lang en gelukkig.

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke