Een keer koken, twee dagen genieten
En toch de tweede dag een heel ander gerecht. Jazeker, dat kan. En het is nog eens heel erg lekker ook.
Als je ervan houdt natuurlijk. Maar dat is altijd met eten tenslotte. Ik heb het deze week weer eens gemaakt. Een gerecht dat ik geleerd heb in m’n TIP-tijd, toen we authentieke recepten van Chinese koks aan het testen waren. De versie voor de tweede dag heb ik er later zelf bij verzonnen.
Ik kwam in de TIP-testkeuken binnenlopen en mocht een klein hapje voorproeven. Met geen enkele mogelijkheid kon ik achterhalen wat voor dingen er in het sausje zaten dat ik daar at, maar lekker!
Het bleek om een mix van verse gember, lente-ui, zout en olie te gaan. Serieus, dat had ik er nooit uitgehaald. Het is zo heerlijk dat ik je het recept even geef. Misschien een leuk idee voor vanavond en morgen. De eerste dag eet je stukjes kip met die heerlijke saus. De tweede dag eet je een verrukkelijke Chinees-achtige kippensoep.
Je hebt nodig voor de kip:
- Een grote scharrelkip van 1,5 à 2 kilo
- 4 tl zout
- 1,5 lente-ui
- 20 gram verse gemberwortel, in de lengte in vieren gesneden
En voor de saus:
- 4 lente-uien, heel fijn gesneden
- 200 gr verse gemberwortel, tot mousse gehakt
- veel verse slaolie (of lekkere extra vergine olijfolie; is niet echt Chinees, maar meer mijn afwijking)
- 8 tl zout
Voor de volgende dag:
- van die dunne transparante rijstvermicelli
- 1 ei per persoon
- klein beetje van de kip
- wat taugé
- evt Kikkoman
Zo maak je het:
Water (zoveel dat de kip net onderstaat als ie in de pan gaat) met zout, lente-ui en gember aan de kook brengen. Dan de kip erbij en als het water opnieuw kookt de deksel op de pan, vuur laag en de kip een half uurtje laten pocheren. Als je de poot eruit kan trekken is het lang genoeg.
Kip eruit halen (bouillon bewaren) en in een vergiet onder een koud stromende kraan de kip in 10 à 15 minuten laten afkoelen. Daarna de kip fileren, botten en vellen terug in de bouillon, dat mag nog rustig een uurtje of twee trekken.
Voor het serveren doe je de saus in een schaaltje, snijd je de kip in mooie stukjes (je houdt wat stukjes achter voor de volgende dag).
De stukjes kip warm je even heel lichtjes op door er snel wat warme bouillon over te gieten boven de pan. In een zeef bijvoorbeeld.
De saus maak je door de ingrediënten door elkaar te roeren. Er moet een soort ‘slijmerige’ saus ontstaan. Ik doe dit vaak in een blender, maar de kans bestaat dat het een beetje bitter wordt omdat ui in een blender altijd bitter kan worden. Dus liever alles heel fijn hakken en omroeren.
Daarna eet je de kip dus met die heerlijke saus. Mmmm
De volgende dag zeef je de bouillon en laat je hem even koken. Dan wat rijstvermicelli erin, die heeft maar een minuut nodig, al doe ik het rustig wat langer. Per persoon een rauw ei erin. Intussen in de kommen of borden wat stukjes van de kip die je bewaard hebt en rauwe taugé leggen. Als de eieren even gepocheerd zijn (minuut of 3 à 4, nog zacht van binnen) schep je de bouillon met ei en sliertjes op de kip en de taugé. Aan tafel schep je er zelf nog wat van die heerlijke gembersaus in en eventueel een scheutje Kikkoman.