‘Toen ik net geopereerd was, vertelde mijn moeder dat ze ging sterven’

 

Ooit zagen we het helemaal voor ons: huis, man, kinderen. Een leuke baan. Geen overdreven wensen, maar het was een zonnig plaatje. Toen kwam HET ECHTE LEVEN…

 

 

Anne Vrieze (55): ‘Mijn zus wilde de uitslag eerst niet weten, ik wel. Misschien komt dat omdat zij geen kinderen heeft. Ik weet het niet, het waren beslissingen die we écht voor onszelf moesten nemen. In 2000 werd ontdekt dat we het BRCA 1-gen hadden. Onze moeder had op dat moment eierstokkanker na eerder twee keer genezen te zijn van borstkanker. In die tijd raakte er steeds meer bekend over genetisch bepaalde borstkanker en de arts begon naar onze familiegeschiedenis te vragen omdat hij dacht dat er meer aan de hand was. De erfelijkheid leek er dik in te zitten; de doorslag gaf het onderzoek van een stukje weefsel van mijn oma, dat in het ziekenhuis altijd bewaard was gebleven.

 

Na de uitslag kon ik niet meteen beslissen of ik mijn borsten en eierstokken preventief zou laten verwijderen, daar moest ik naartoe groeien. In de tussentijd werd ik intensief gecontroleerd. Tot er ineens melk uit mijn borsten kwam, zes jaar na de borstvoeding van mijn jongste, toen werd het urgent. En een half jaar daarna had ik een cyste op de eierstokken. Snel erna lag ik in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) in Amsterdam. De operatie duurde zes uur, ze verwijderden zowel mijn borstklieren als mijn eierstokken en eileiders. Precies in die week werd mijn doodzieke moeder ook het ziekenhuis binnengereden. Met mijn infuuspaal en gehavende lijf ging ik iedere dag ging even bij haar op bezoek, maar langer dan vijf à tien minuten hield ik dat niet vol. Ons contact was wel heel intens die dagen. Ze was ’t zat, helemaal weerbarstig, voor haar hoefde het niet meer, zo gesloopt was ze inmiddels, vijf dagen bleef ze, toen zei ze: ‘Ik ga naar huis om te sterven’. De euthanasie die ze geregeld had, bleek niet meer nodig. Terwijl ze er natuurlijk niets aan kon doen, voelde ze zich in 2000 heel schuldig dat ze ons erfelijk belast had.

 

Nauwelijks weer op de been stond ik aan haar graf. In de periode daarna was ik alleen maar bezig met herstellen, puur op mijn lichaam gericht. Ik ben heel nuchter en pak graag door, dus dit was hoe ik het deed. Mijn dochter troostte ik wel in haar verdriet om oma, maar zelf zocht ik geen troost. Het was zo snel mogelijk ‘back to normal’.

 

Twee jaar later kwam de klap alsnog. Mijn man zei later dat hij erop zat te wachten, zelf zag ik het niet aankomen. Doodmoe was ik, ieder weekend zat ik te rillen van de koorts. In het AVL hadden ze gezegd dat ik altijd terug mocht komen als ik problemen kreeg in verband met mijn erfelijkheid en operaties. Zo kwam ik bij de maatschappelijk werkster daar terecht. Al snel concludeerde zij dat ik nooit toegekomen was aan het rouwen om mijn moeder. Logisch ook wel, ik ben moeder in een gezin, zodra ik weer een pan op mocht tillen, begon het zorgen weer.

 

Heel maf was het, ineens zat ik overspannen thuis. De confrontatie met het overlijden van mijn moeder ging ik toen pas aan. Net als zij zit ik heel praktisch in elkaar, ben een doener. Dus ik ging ermee aan de slag. Ik kreeg een heel herkenbaar boekje over rouwverwerking en stond mezelf toe om te huilen. Iemand raadde me sint-janskruid aan, dat hielp ook goed. De maatschappelijk werkster vroeg me een energiedagboekje bij te houden met het advies om me wat kalmer te houden op dagen dat ik me goed voelde, zodat mijn energieniveau weer gelijkmatiger zou worden. En dat werkte. Ik ontdekte dat ik op een andere manier moest gaan leven. Diepzinniger. Spiritueler ook, daar was ik nooit zo bewust mee bezig geweest. Ik ging me afvragen wat ik wel en niet wilde in het leven. Mijn man en hebben toen ook beslissingen genomen: meer genieten wilden we, reizen en we hebben een zeilboot gekocht, waar we nu regelmatig mee varen.

 

Mijn vrouwelijkheid voelt niet aangetast door de operatie. En mijn zelfbeeld is zeker niet in elkaar gedonderd. Over het verwijderen van mijn eierstokken heb ik geen seconde nagedacht, want ik had natuurlijk gezien wat dat bij mijn moeder had aangericht, nou, dat wilde ik niet. Over de beslissing van de borstoperatie heb ik langer nagedacht. De borstreconstructie is hartstikke goed gegaan, dat is me echt meegevallen, ik had een A-cup en kreeg er een B-cup voor terug. Daar heb ik laatst heel mooie tepeltatoeages op aan laten brengen. Waar ik veel aan gehad heb, is lotgenotencontact. Ik ben daar op internet op het toenmalige Borstenforum heel actief mee aan de gang gegaan en heb hulp geboden, praktisch en emotioneel. Dat heeft me geholpen bij mijn verwerking. Toen dat klaar was, heb ik het min of meer vanzelf weer losgelaten. Vorig jaar ben ik nog wel lid geworden van de Facebook-groep BRCA en CHECK2, en als ik daar een onderwerp voorbij zie komen dat me aanspreekt, reageer ik, regelmatig om spookverhalen de wereld uit te helpen.

 

Natuurlijk was het weg laten halen van mijn borsten en eierstokken ingrijpend, maar het heeft me in de eerste plaats rust gebracht, ik hoef niet meer bang te zijn dat ik borstkanker krijg en het risico op eierstokkanker is nu miniem.

 

Interview: Caroline Griep

Wil jij het verhaal over jouw echte leven ook (anoniem) met ons delen? Mail dan naar
content@franska.nl.