Frédérique was zich er nooit van bewust hoezeer haar man haar leven bepaalde. Totdat ze plotseling weduwe werd.
‘Hij was mijn allereerste liefde. Achttien was ik toen we elkaar ontmoetten. Twintig toen we trouwden. We kochten een huis, we kregen een zoon en een dochter en verder bleef alles veertig jaar lang precies hetzelfde. Dag in dag uit ging hij precies om tien voor half negen de deur uit naar zijn werk en elke werkdag kwam hij precies om kwart voor zes weer thuis. Wat er veranderde waren de kinderen. Die werden groter en gingen op een dag de deur uit, trouwden en kregen zelf kinderen. Maar verder was mijn leven één aaneenschakeling van meer van hetzelfde. Als je me vroeg hoe het met me ging, dan ging het altijd gewoon goed. En dat meende ik ook nog.’
‘Op een dag kwam mijn man uit zijn werk en voelde hij zich niet goed. Heel eventjes zou hij gaan liggen, maar toen ik hem riep voor het eten, kwam hij niet naar beneden. Ik wist meteen dat het mis was. Zijn hart was ermee opgehouden en mijn man was niet meer. De eerste weken wilde het niet eens tot me doordringen dat hij dood was. Ik kon het denk ik niet bevatten, verkeerde in shock. Ik had tijd nodig, zei iedereen.’
‘Maar na een paar maanden voelde ik me op een rare manier best opgelucht. Terwijl iedereen dacht dat ik totaal de weg kwijt zou zijn, liep ik neuriënd door het huis. Wat was er mis met mij? Ik genoot ervan om in mijn eentje tv te kijken en de programma’s te kiezen die ík leuk vond, niet te hoeven koken als ik daar geen zin in had, een uur onder de douche te staan zonder commentaar te krijgen. Hoewel ik me nooit bewust was geweest dat mijn man mijn leven tot in detail bepaalde, viel er iets van me af toen dat niet meer het geval was.’
‘Als ik naar mijn mans graf ging werd ik vaak overvallen door een gevoel van boosheid. In plaats van mooie herinneringen kwamen er alleen maar nare herinneringen boven. Stilletjes verweet ik hem dat hij al die jaren zo bepalend, zo dwingend, zo dominant was geweest. Stilletjes verweet ik mezelf dat ik dat had laten gebeuren, dat ik er nooit tegenin ging, mezelf nooit had afgevraagd wat ík vond of wilde.’
‘Ik ben inmiddels verhuisd naar een appartement in de stad, ik ben bij een club voor alleenstaanden gegaan, ik ga binnenkort op vakantie met een vriendin die ik daar heb leren kennen, ik heb leuke nieuwe kleren gekocht, een nieuw kapsel genomen. En ik heb een meneer leren kennen. Een meneer waarmee ik het heel goed kan vinden. Iemand die me in mijn waarde laat, die me vragen stelt, die me complimenten geeft, die me leuk vindt. Iemand die me het gevoel geeft dat ik ertoe doe en gelijkwaardig aan hem ben in plaats van in dienst van hem. Hemeltjelief! Als iemand me een paar jaar geleden verteld zou hebben dat mijn leven er nu zó zou uitzien… ik zou die persoon voor gek verklaard hebben.’
Frédériques naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.
Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.