Dit is het best gelezen artikel van onze columnist Marianne

 

Voor het geval je er het afgelopen jaar eentje gemist hebt op Franska.nl.

 

 

 

Laatst was ik in Den Haag. Laten we zeggen dat het daar wat minder gebruikelijk is om hallo te zeggen. Ik werd aangekeken alsof ik een heel eng en bedreigend mens was. Ik kan je verzekeren: dat valt best mee. Alhoewel, voor je het weet heb je een gesprek over cavia’s aan je broek hangen. Maar goed, hier op de Veluwe, in mijn heerlijke dorpje, gaan de dingen heel anders. Groeten is standaard. Meestal volgt daarna een praatje. En als je ergens naar staat te turen, wordt er gevraagd of je misschien hulp nodig hebt.

 

 

Vandaag had ik hulp nodig

Niet in de zin van kennis, wijsheid of de weg, maar ik moest gewoon ongelofelijk nodig piesen. Nou zou ik dat thuis kunnen doen, maar ik moest nog wat boodschappen halen in een dorp verderop. Terug naar huis zou me een half uur extra kosten.

 

 

Natuurlijk kun je een restaurantje binnenwandelen, alleen dan had ik nog steeds een stuk moeten lopen. Dus wandelde ik het plaatselijke snoepwinkeltje in. Ik heb altijd de grootste lol met deze dame, dus durfde haar de vraag wel te stellen: mag ik even plassen?

 

 

‘Tuuuuurlijk mag dat, zoooo met zo’n vol’n blaas is da niks!’

Ik kijk de vrouw blij aan. Enerzijds vanwege het heerlijke accent hier in de regio waar ik geen genoeg van kan krijgen en anderzijds vanwege het spontaan de toegang naar het toilet vrijgeven.

 

 

In een winkel naar het toilet mogen is niet vanzelfsprekend namelijk. Ik heb zelf ook jarenlang in kledingwinkels gewerkt en bij ons mocht het nooit. Simpelweg omdat daar doorgaans veel voorraden liggen opgeslagen en je wilt niet hebben dat een volslagen vreemde daarin rond gaat zitten neuzen. Voor het toilet verwezen wij altijd naar de McDonalds.

 

 

Maar vanwege al het persoonlijke contact hier, weet je van elkaar: dat zit wel goed

Want inderdaad, ook hier lagen voorraden in de ruimte achter de winkel en het is een pakketpunt, dus overal staan gesorteerde pakketjes. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt iets mee te nemen, je moet van andermans spullen afblijven, alleen dat vertrouwen moet je onderling wel hebben.

 

 

Daarom hou ik zo van een dorp. Er is nog vertrouwen en persoonlijk contact. Als er iets is, dan help je elkaar. En als je een oud mannetje aan de kant van de weg ziet zitten op zijn scootmobiel, dan stap je van je fiets en maak je een praatje.

 

 

Mensen vragen me weleens: is het niet eenzaam daar op de Veluwe? Mijn antwoord is standaard: ‘Nee hoor!’ Hier zien mensen elkaar nog en dat zou ik voor geen goud willen missen.

 

 

 

Door: Marianne ter Mors