Alles is nieuw voor Cato vanaf nu – en eng. De autorit naar huis, de gladde glanzende vloer van haar nieuwe huis, de wasmachine die steeds sneller gaat draaien, de stofzuiger met dat rare lange snoer eraan en de televisie met al die snelle beelden en geluiden. Het piepkleine halsbandje met het riempje eraan is ook al zo’n ding. Net als de liftdeuren die open en dicht gaan, het ruisen van de Canadese populier voor het grote raam, het vliegtuig dat verderop als een grote roofvogel door de storm laveert en het nieuwe bakje met het onbekende eten. De nacht doet haar hartverscheurend terugverlangen naar haar moeder en broertjes en zusjes, van de voordeurbel schrikt ze en van het gesnater van de eendjes in het slootje verderop snapt ze ook al niet veel.
Alles is nieuw – en eng – behalve hond Jip. Want hond Jip ruikt honds en praat honds en dat is ontstellend geruststellend voor een kleine pup die op een mooie dag zomaar uit haar vertrouwde omgeving werd gerukt. Achter Jip kan ze blind aan lopen tijdens haar eerste wandelingetjes buiten en door het grote nieuwe huis. Jip wijst haar waar de kast met hondensnoepjes is en hoe ze haar pootje op een stukje gedroogde zalm moet zetten zodat ze het makkelijker kan kauwen. Op Jip kan ze bouwen in de achterbak van de auto als ze bang wordt van het voorbijrazende verkeer. Jip houdt het grote hondenkussen voor haar warm en vindt het geen probleem als ze tegen haar aan komt kruipen, precies zoals ze gewend was bij haar moeder en broertjes en zusjes. Jip leert haar om te blaffen als de voordeurbel gaat en om te piepen als ze naar buiten wil het terras op. Jip geeft haar een grom als ze haar speeltjes jat zodat ze leert dat ze niet mag jatten. En Jip heeft altijd aandacht voor haar. Ook als Jip zelf eens niet al te veel zin heeft om te spelen, wordt er toch gespeeld. En dat maakt dat we deze Moederdag opdragen aan de allerliefste hondenmoeder en aan Catootje die zich gelukkig mag prijzen dat Jip die moeder voor haar is.