‘Hoeveel mensen heeft die kok dan op zijn kosten laten overnachten in die vijfsterrenhut?’ vraagt vriendin M.

 

 

De verhalen die zijn ex me in de kroeg vertelde, hebben me te zeer aangegrepen om in mijn eentje op de bank te verstouwen en daarom heb ik M. laten aanrukken die toch al stond te popelen. Ik weet niet hoeveel mensen, maar wat ik wel weet is dat het vanaf het ja-woord ook haar geld was omdat ze in gemeenschap van goederen waren getrouwd.

 

‘Jezus, wat stom!’ Ja, dat is het. Dus die shock op the day after kunnen we ons levendig voorstellen. En dan hebben we het ergste nog niet eens gehad. Want een week of wat later kwam de grote honeymoon eraan en die loog er ook niet echt om. ‘Kosten noch moeite waren gespaard om er een memorabel feest van te maken,’ had zijn ex wat lacherig gezegd, ‘alleen was het niet zo gelukt om in de stemming te komen.’

 

Naar Afrika was de verrassingsreis gegaan. Een safari met een privévliegtuigje dat niet kon landen omdat er giraffen op de landingsbaan stonden te lummelen – dat werk. En daarna duiken op een eilandje bij Zanzibar waar Naomi Campbell hen een paar weken eerder was voorgegaan. ‘Moet ze daarover klagen?’ roept M. die een moord zou doen voor zo’n tripje. ‘Die blik in zijn ogen en die eerste driftbui toen zijn ex iets had gezegd over de hotelrekening,’ zeg ik, ‘waren nog maar de voorbode.’ M. kruipt wat dichter naar me toe. Bang om ook maar iets te missen, denk ik.

 

Op een avond in de eerste week hadden ze bij het kampvuur wat zitten drinken. Zij had een praatje gemaakt met een man die alleen reisde, een doodgewoon niks-aan-de-hand-praatje met een wat oudere man. Maar het had hem te lang geduurd, de kok, dat socializen van zijn nieuwe vrouw. Op een gegeven moment was hij opgesprongen, had de inhoud van zijn glas notabene in het vuur gekieperd en was er toen met een keiharde ‘jij vuile schoft’ – ze had niet eens precies begrepen of hij haar of de man had bedoeld – naar hun tent gestoven. Ze had zich de ogen uit haar kop geschaamd, had geen woord meer uit weten te brengen en was uiteindelijk zelf ook maar afgedropen. Natuurlijk had ze hem gevraagd wat er in hem was gevaren, maar hij had gezwegen als het graf. De dag daarna had ze weer geprobeerd om erover te praten en nog een dag later had ze hem gesmeekt om antwoord te geven. Pas in de tweede week van hun fantastische honeymoon had hij zijn bek weer opengetrokken. Alsof er niets was voorgevallen had hij met tranen in zijn ogen naar een kudde buffels zitten kijken en haar gewezen op hoe fantastisch de beesten wel niet waren. De avond van het kampvuur was nooit meer aangeroerd. Ze keek wel link uit, had ze gezegd. Voordat ze het wist werd ze weer een week doodgezwegen.’

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier

 

Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.