‘Wie is deze vrouw – aan het handschrift te zien komt dit anonieme briefje op mijn deurmat van een vrouw?’

 

 

‘En hoe weet ze in vredesnaam dat ik hier woon en dat de kok hier gisteren over de vloer is geweest? De man zou niet altijd te vertrouwen zijn laat ze weten, en ook dat ik haar kan bellen mocht ik daar behoefte aan hebben. Of ik daar behoefte aan heb? Ik moet me zelfs inhouden om haar niet nu stantepede om kwart over acht op donderdagochtend uit te nodigen om meteen op de koffie te komen.

 

Dus bel ik, om eerst wat af te koelen, vriendin M. die opneemt met een ‘is er brand?’. Inderdaad is er brand, want moet ze even horen. En ik lees het briefje voor. Dit lijkt wel een film, vindt ze. Ik moet van M. wachten tot vanavond. Dan komt zij naar me toe zodat we samen kunnen bellen of in ieder geval samen zijn als ík ga bellen. ‘Stuur maar alvast een app om te vragen of het uitkomt om een uur of acht, want anders is de deceptie niet te hebben straks.’

 

Alsof ik een date heb die avond, zo sleept de dag zich voort tot het uur U.

 

We hebben een lijst aangelegd, M. en ik, en die wordt aangevoerd door een ‘hoe weet jij wie ik ben’.  Ze verontschuldigt zich er meteen voor, deze vrouw met de stem die me meteen aanstaat. Ze was getrouwd met de kok, legt ze uit. Het huwelijk duurde niet lang, maar dat vertelt ze later misschien nog wel een keer uitgebreider. Om van hem af te komen, was nog geen sinecure. Het kostte haar haar hele vermogen. Ze houdt hem in de gaten omdat ze hoopt hem nog eens op een foutje te betrappen. Dat legt ze misschien ook later nog weleens uit. Ze is hem al een paar keer gevolgd naar mijn huis. Ze hoopt dat ik haar dat niet kwalijk neem, want het gaat niet om mij. Gisteren zag ze dat ik hem uitliet en aan zijn houding te zien – ‘leer mij die man kennen’ – zat hij niet fijn in zijn vel. Gebogen schouders en een hangend hoofd beloofde zelden iets goeds. Ze voelde zich een gluurder en dat voelde niet goed. Maar ze kon niet anders. En toen ze me daar zo zag staan in het licht van de portieklamp, toen dacht ze dat ik niet de volgende mocht worden, vandaar dat briefje dat ze nogal impulsief had geschreven.

 

‘Hebben we het hier over een meesteroplichter? Zo’n man die een spoor van bedrogen en financieel berooide vrouwen achter zich laat?’ Het duizelt me van haar woordenstroom, want dat is het. Ik ben niet de enige die dit spannend vindt. Maar nee. Zo moet ik dit niet zien. Het geval van de kok gaat verder dan een simpele oplichter. Misschien moesten we binnenkort maar even afspreken, stelt ze voor.’

 

Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier