Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘No way, dat ik mijn dochter nu met het verhaal over haar oma ga lastigvallen. Maar straks, als ze slaapt, zal ik mijn vriendin M. bellen want ik moet het delen, dat ik een heel naar voorgevoel heb bij het knobbeltje in mijn moeders linkerborst. Zouden nieuwe kopzorgen op oude sores worden gestapeld? Nieuwe onrust in oude paniek haken? Net zoals emoties altijd in elkaar haken en op elkaar gestapeld worden? Zelfs al ben je er nog zo van overtuigd dat alles keurig een plekje heeft gekregen, is opgeruimd en verwerkt?

 

Toen hij – mijn inmiddels ex – voor het eerst met zijn verhaal kwam dat we moesten praten en ‘dat dit geen leuk gesprek zou worden’ kon ik het ook uittekenen. Dat het hem heus niet om een time-out te doen was, dat het niet anders kon dan dat er een ander in het spel was – ook al ontkende hij in alle toonaarden dat dat zo was – en dat mijn leven vanaf dat moment nooit meer hetzelfde zou zijn. Deep down had die wetenschap zich in een fractie van een seconde van mij meester gemaakt.

Ze komt de keuken binnen, mijn dochter. Om me uit mijn overpeinzingen te halen en de muizenissen uit mijn kop te verdrijven, denk ik. Als altijd in één streep naar de ijskast en van daar linea recta naar het keukenkastje met de lekkere dingetjes. Ik vraag of ze morgen een drukke dag heeft. ‘Druk?’ Of ze vroeg op moet en of ze nog veel moet doen vandaag. ‘Hoezo?’ Ik zeg dat ze een beetje op tijd naar bed moet. Genoeg rust en slaap en zo. Ze draait zich om om me goed aan te kunnen kijken en vraagt dan of er iets is en of ik haar misschien weg wil hebben, want dat ik dat dan maar beter gewoon kan zeggen.

 

En dan gaat de telefoon en verschijnt daar in mijn display, zonder enige introductie vooraf ‘lekker ding’. Eerst in rook opgegaan en nu, alsof de duvel ermee speelt en hij het heeft geroken, contact zoeken op een moment dat ik… ja, wat eigenlijk? Ze staat al achter me, mijn smart cookie. Om te kijken wie er belt en waarom ik niet meteen opneem en zo raar naar dat ding staar.

 

‘Echt waar? Lekker ding? Noem je hem eerlijk waar zo? Getverdemme zeg.’ En weg is ze. Als ik even ongestoord wil bellen vandaag zal ze me in geen geval dwarszitten, schat ik zo in. ‘Lekker ding’ laat zich niet uit het veld slaan, zo te zien. Hij laat ‘m lekker lang bellen.’

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier