Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘Mijn eerste ‘wat doen we met Anna Maria met de kerst-kerst’ zit erop en die viel me niets mee. Oud en nieuw zelfde laken een pak. Vriendin M. had vriend J. meegebracht die de sterren van de hemel kan koken en dat zou komen doen om het oude jaar in ieder geval een beetje leuk af te sluiten. Hij kwam al tegen het einde van de ochtend. Met zoveel kratten en dozen dat het leek alsof hij meteen bij me wilde intrekken. Zelfs zijn eigen messenset kwam ik op mijn aanrecht tegen en op elke vraag over het waarom en waarvoor kreeg ik een ‘laat dat maar aan mij over’.

 

Ik wilde zeggen dat ik helemaal geen vreemde messen, uitpuilende vuilnisbakken en huisgemaakt vanille-ijs wilde. Dat ik niet zat te wachten op iemand die mijn keuken kwam overnemen en al helemaal niemand op iemand die er in een mum van tijd een kolerebende van hier tot aan de overkant van maakte. Ik wilde zeggen dat ik rust aan mijn kop wilde om bij te komen van het jaar dat er godzijdank over een paar uur eindelijk opzat. Maar voordat ik dat allemaal ging zeggen deed vriend J. al zo zijn best dat ik uiteindelijk helemaal niets meer zei. Ik liet hem mijn keuken overnemen en kon het zelfs niet opbrengen om te protesteren toen zijn eendenborsten de boel in een blauwe walm zetten die zo dik was dat ik mijn vers gesausde muren er niet meer doorheen kon zien.

 

Zonder veel te zeggen of te eten en met zelfs geen zak zin in een glas bubbels sukkelde ik het oude jaar uit en het nieuwe in en ik voelde me nog het beste toen vriendin M. en vriend J. met kratten en messenset eindelijk de pleiterik maakten. Op de badkamer stootte ik met het tandenpoetsen – nooit naar bed met ongepoetste tanden! – met mijn onhandige gipsen hand het flesje parfum van het planchet. Het spatte op de vloer uiteen en zette de hele slaapverdieping in een niet te harden wolk van nummer 5. Mijn dochter kwam op de lucht af en vroeg of ze iets kon doen.

 

Ik zei dat ze haar neus dicht moest knijpen en lekker bij me in bed mocht kruipen en dat deed ze. Terwijl we met z’n tweetjes lagen te luisteren naar de knallen waar geen einde aan leek te komen, vroeg ik haar wat haar wensen voor het nieuwe jaar waren. Niet veel, zei ze, dat ze wenste. Niets bijzonders ook. En dat ze het toch wel leuk vond zo met z’n tweetjes in ons nieuwe huis. Dat ze het eerst heel erg stom had gevonden, had geháát, maar dat het nu na een paar weekjes al veel meer meeviel.

 

Ziezo. Toen het jaar begon moest eerst alles nog worden afgebroken en toen het over was was er alweer zoveel opgebouwd dat mijn kind niet eens meer zoveel te wensen over had. ‘Ik wens ook niet veel,’ zei ik. ‘Niets bijzonders, net als jij. Lekker slapen en nergens aan denken.’