Anna Maria is 47, moeder van een dochter van veertien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘De eerste tegenvaller komt meteen op dag één. Een draagbalk waarop de badkamervloer rust is te licht en moet worden vervangen door een unit van staal. Ik vraag de aannemer wat er gebeurt als we die oude balk laten zitten, per slot van rekening zit die er al een behoorlijk tijdje. Ik moet hem niet verkeerd begrijpen, zegt hij. Maar dit is geen vraag van hem aan mij, het is meer een kwestie van dat hij niet verder kan met de werkzaamheden als die balk niet wordt vervangen. Te groot risico en een verantwoordelijkheid die hij niet kan negeren. Op de vraag hoeveel die stalen unit gaat kosten en of we dan nog wel steeds de planning halen krijg ik een ‘van/tot bedrag’ en een ‘waarschijnlijk wel’. Nog geen dag bezig en nu al speelbal van de aannemersmaffia. Zou het vrouw-in-haar-eentje in mijn nadeel zijn? Word ik genaaid? Is er iemand die ik kan vragen even mee te kijken? Ik bel een vriendin en die belt haar man en die zal vanavond even langskomen.

 

Met een zaklamp voor ons uit schijnend banen we ons een weg door het puin, nog geen dag bezig en nu al verrampeneerd tot totaal onbewoonbaar. Wat vindt hij ervan, van die balk? Tja. Wat kan hij ervan vinden? En zo is de eerste budgetoverschrijding een feit. Nog geen dag bezig en ik sta al diep in de rode cijfers.

 

Tegen drieën schrik ik wakker met meteen een bal van onrust die onbedaarlijk rond mijn middenrif tolt. Eergisteren danste ik nog door het dolle op Saturday Night Fever door mijn nieuw aangekochte keuken en nu is het alsof er geen eergisteren was en ik weer linea recta terug in de tijd ben gekatapulteerd, terug naar de paniek van het eerste uur. Ik stap uit bed en daal de trap af naar beneden. Zal ik hem erg missen, die trap? De gang met het statige marmer, de oude parketvloer in de grote kamer? Ik ga aan de tafel zitten, pak pen en papier en een calculator en begin opnieuw te tellen. Hoewel ik weet dat dit niet het moment is kan ik het niet laten, zo groot is mijn honger naar het willen weten waar ik aan toe ben – financieel. Ik tel en tel en begin opnieuw en nog eens opnieuw, maar hoe graag ik het ook wil, onder aan de streep gaapt een gat en dat krijg ik nu niet echt niet opgevuld.

 

Ik ga op de leuning van de bank zitten zodat ik de straat in kan kijken. Een taxi en nog een, een auto en dan weer een taxi. Ik kijk de achterlichten na – een keurig rijtje rode lampjes dat langzaam vervaagt en opeens vreemd gaat dansen. Ik knipper met mijn ogen om de rode waas te wissen, de lampjes weer keurig tot een rijtje te rangschikken en weer grip te krijgen op de bal rond mijn middenrif. Eerst wordt het dansen alleen maar erger. En dan houdt alles op. Het licht gaat uit en het wordt zwart voor mijn ogen.’

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.