‘Hoor ik dat nou goed? Ik hoor het goed! Hij denkt dat het beter is als onze dochter alleen komt wanneer ze daar echt zin in heeft.’

 

Anna Maria is 47, moeder van een dochter van veertien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘Is het nou zo moeilijk om voor één keer eens te kiezen voor je kind in plaats van voor jezelf?’ brul ik door de telefoon. ‘Ze komt voor jou man en niet voor die tuthola van je!’ Waarom wil hij überhaupt dat ze komt als hij niet eens thuis kan blijven voor d’r? Gisteravond was ze opeens binnen komen lopen. Huilend van frustratie omdat ze geen moment langer met ‘die stomme trut’ alleen had kunnen blijven. Het liep al tegen elven toen ze was gaan fietsen. In haar eentje in het donker. Dat verwijt ik hem ook. Dat het onverantwoordelijk is dat zij ons kind in haar eentje liet vertrekken. Dat als ze hersens in haar kop zou hebben, ze even had kunnen bellen om te vragen of ik haar kon halen. Of desnoods een taxi had kunnen bellen.

 

Hij zegt dat ik doorsla. Omdat ik iets zeg wat hij niet horen wil? ‘Nee zak, ik sla niet door. Jij zit fout en het zou je mooi staan om dat voor één keer gewoon eens toe te geven.’

 

Een paar uur later bel ik hem weer. Ik zeg dat ik wat afgekoeld ben en dat ik vind dat we beter kunnen stoppen met die belachelijke omgangsregeling als hij er toch niet kan zijn. Onze dochter heeft er geen bal aan om aan zijn vriendin te worden overgeleverd en ik denk dat zijn vriendin daar ook niet op zit te wachten. Ik hoor dat hij diep inademt – zijn aanloopje naar een antwoord.

 

‘Weet je. Ik denk dat ik het met je eens ben.’ Hoor ik dat nou goed? Ik hoor het goed! Hij denkt dat het beter is als zij alleen komt wanneer ze daar echt zin in heeft. Of misschien is het nóg beter als hij af en toe een middag iets leuks met haar doet. ‘Gezellig samen de stad in, of zo,’ zegt hij, ‘of een hapje eten. Filmpje pakken.’

 

De opluchting, als ik heb opgehangen, is van korte duur. Ik ben écht blij dat mijn dochter niet wordt opgescheept met een vreemde vrouw. Ik ben écht blij als die vreemde vrouw zich niet meer met mijn dochter kan bemoeien. En ik ben ook écht blij met elk moment dat ze bij mij is en dat ze dat blijkbaar liever heeft dan bij hem zijn. Maar dat hij zich zo makkelijk gewonnen gaf… Alsof het hem wel makkelijk uitkomt, zo zonder verplichtingen voor zijn eigen kind. Alsof het vaderzijn hem toch wat tegenvalt zo zonder moeder en hij er liever van wegloopt dan er zijn best voor te doen.’

 

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier