Anna Maria is 47, moeder van een dochter van veertien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘Ik bericht hem of hij kan komen helpen. Het huis moet worden ingepakt. Het is te veel voor mij alleen. ‘Met je werkkamer ga ik me sowieso niet bezighouden. Die is voor jou.’ Hij bericht niet terug. Een paar dagen later probeer ik het nog maar eens. ‘Je hoort me later,’ antwoordt hij na een uur. Ik wacht op zijn later en als dat na een dag nog niet is gekomen, bericht ik hem nog eens – pissig nu.

 

Hij vindt dat ik loop te drammen, zegt hij me als hij onaangekondigd binnen komt vallen met de mededeling dat hij zijn werkkamer komt doen en hoe moeilijk het nou was om dat even te regelen want zoveel werk kan het niet zijn, dat huis. Hij heeft op een knop gedrukt die een explosie veroorzaakt van heb ik jou daar. Ik schreeuw zo hard dat ik er acuut pijn van in mijn kop heb en mijn keel de volgende dag er nog van zal schuren. Ik scheld hem uit voor onverantwoordelijke hufter en onbetrouwbare klootzak, gil dat hij een lui varken is en verwijt hem dat het enige wat hem doet tikken een partijtje neuken is – altijd op zijn voorwaarden ook nog, zoals alles in zijn leven altijd op zijn voorwaarden is – en dat hij de hik kan krijgen met zijn nieuwe juffrouw die zich – en ik hoop dat hij dit vooral in zijn oren wil knopen – nooit, maar dan ook nooit meer met mijn kind mag bemoeien. En dat als hij nog één keer toelaat dat die juffrouw bij hem op schoot kruipt terwijl mijn kind ernaast zit, hij mij leert kennen op een manier die hij nog nooit van mij gezien heeft. Bij die laatste zin ben ik vlak voor hem gaan staan om er zeker van te zijn dat hij me hoort – ‘hoor me dan!’

 

Hij staat met een ordner in zijn handen als de lawine over hem heen komt. Onbewogen eerst. Totdat ik geen woorden meer heb om uit te spugen en een stap naar achteren, weg van hem, wil doen. Dan komt hij naar me toe. In een fractie van een seconde denk ik dat ik ga uithalen. Voor het eerst van mijn leven sta ik op het punt om iemand een dreun te verkopen.

 

‘Waag het niet!’ Mijn stem is bijna normaal weer nu.

 

‘Rustig nou maar,’ zegt hij, hij zegt het kalm. ‘Rustig. Oké?’

 

Dagen later zingt de uitbarsting nog steeds rond in mijn hoofd, want nog nooit eerder was ik zo heftig, zo razend en zo buiten mezelf. Ik weet dat ik pas over deze scheiding heen ben als de emoties tot bedaren zijn gekomen en hij me niet meer zo kan raken. En ik weet dat het nog lang niet zo ver is.’

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.