Anna Maria is 47, moeder van een dochter van veertien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandt haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen.

 

‘Twee dagen nadat ik hem heb gezegd dat ik de scheiding geregeld wil hebben, staat hij opeens weer op de stoep. Totaal onaangekondigd komt hij binnenwandelen.

 

‘Wil je dit niet meer doen? Ik schrik me rot.’ Ik klink geïrriteerd en dat ben ik ook, maar dit valt niet in goede aarde. Het is ook nog steeds zijn huis, of ik dat maar even wil beseffen, dus hij komt hier binnen wanneer het hem uitkomt.

 

Zo ken ik hem weer. Ik zeg dat hij een potentaat is, dat hij dit huis zelf en vrijwillig heeft verlaten om vrij spel te hebben met zijn tutje hola en dat hij dus niet zomaar meer kan binnenvallen en inbreken in mijn leven.

 

‘Heb je iets te verbergen soms?’

 

Dit is vermakelijk! Ik lach hem uit. Net iets te hard misschien maar het voelt goed. Dan verander ik van onderwerp. Vraag of hij is komen binnenvallen omdat hij heeft nagedacht over de scheiding – wat ik hoop. ‘Geen tijd gehad.’ Ik moet weer lachen – vraag hem wanneer hij denkt tijd vrij te kunnen maken om even na te denken over hoe we dit gaan doen. Wat mijn ideeën zijn, vraagt hij zich af. Intussen is hij in zijn stoel aan het hoofd van de tafel gaan zitten en hij zit er alsof hij niet van plan is nog ooit weg te gaan. Hij irriteert me weer, maar toch ga ik bij hem zitten.

 

Samen één advocaat, zeg ik dat ik wil. Omdat ik niet wil dat het een gevecht wordt en dat we dat ook niet moeten willen voor onze dochter. Het huis verkopen, de hypotheek aflossen, overwaarde verdelen en een ander huis zoeken. Zo wil ik het. Voor ons kind blijven we samen verantwoordelijk en verder red ik het wel.
Ik zie het aan zijn kop. Er komt wat. Hij schuift rechterop in zijn stoel en even speelt er een glimlach om zijn lippen.

 

‘Misschien wil ik hier zelf wel blijven wonen.’

 

Ik kijk hem aan en dan valt er niets meer te lachen.

 

‘Hoe kom je daar nou bij?’

 

Hij wil met de bank gaan praten, zodat hij me uit kan kopen. Hij heeft het altijd een heerlijk huis gevonden, zegt hij. Dus waarom verkopen als het ook anders kan? En voor onze dochter zou dit toch ook een heel fijne optie zijn. Dan krijgt ze maar één nieuw huis in plaats van twee.

 

Die nacht breng ik door alsof ik nog helemaal niets ben opgeschoten met mezelf. De gedachte aan hem met haar in dit huis en mijn dochter gewoon met de katten op haar eigen kamer, is onverteerbaar. Alsof alles dan gewoon door kan blijven gaan, alleen zonder mij.

 

 

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.

 

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl