‘En weer duikt ie ineens op, mijn ex. Dit keer bij mij thuis en omdat hij toevallig in de buurt was, is het verhaal. Alsof hij niet om de haverklap toevallig in de buurt is omdat hij nu eenmaal toevallig in de buurt woont.

 

 

Hij vraagt me hoe het ermee is. Ik vraag hem hoe het waarmee is omdat ik donders goed weet dat hij hier alleen is omdat hij nieuwsgierig is naar hoe het met mij en mijn lief is. Het ergert mij dat ik me – net als toen ik hem vorige week samen met mijn lief op straat tegen het lijf liep – alweer ongemakkelijk voel. Vorige week had dat nog bijna gedoe gegeven tussen mij en mijn lief maar gelukkig maakte hij waar wat hij me beloofd heeft, namelijk dat er met hem altijd overal over te praten valt. Wat in dit geval zoveel betekende als dat ik na al die jaren met en zonder mijn ex nog steeds niet kan uitleggen of verklaren waarom ik me telkens zo makkelijk in een hoek laat drukken.

 

Maar vandaag laat hij zich in zijn kaarten kijken, die ex van mij. ‘Nog steeds verliefd?’ En dan dat het hem een leuke vent leek en dat ons kind ook vol lof is. Ik kijk hem aan terwijl ik me afvraag of ik hier iets op moet zeggen en zo ja, wat dan. En dan zeg ik maar gewoon wat ik denk: ‘Echt waar? Meen je dat nou?’ Hij kijkt me aan met opgetrokken wenkbrauwen om verbaasd te spelen. Is hij nou echt zo plat dat hij hier alleen maar aan komt waaien uit nieuwsgierigheid naar mijn liefdesleven? Als ik niet beter zou weten zou ik nog denken dat hij jaloers is. Beter weten? Hij is het gewoon.

 

Na ruim twee jaar zonder mij nog steeds in control willen zijn? Dus stel ik voor dat we het verhaal gewoon even omdraaien. ‘Hoe is het met jou? Alweer een nieuwe juffrouw in je leven of nog steeds in je uppie – wat je helemaal niet kan?’ En dan komt het. Wat ik twee jaar geleden, een jaar geleden ook nog, zo vreselijk graag had willen horen: namelijk dat hij me nog steeds leuk vindt en ook speciaal – niet voor niets de moeder van zijn kind ook – en dat hij zich weleens afvraagt of hij er niet beter aan had gedaan om te blijven.

 

Ik word boos. Wat zeg ik? Woest! Aantrekken en afstoten, dat is waar hij altijd al heel goed in was en waarmee hij ook altijd wegkwam. Tot nu. Tot hier en niet verder. ‘En nou opgeflikkerd met je eeuwige spelletjes!’ Ik gebruik meer decibellen dan nodig. Hij schrikt ervan. Is zowaar uit het veld geslagen.’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.