‘‘En Jij?’ Er is zoveel te vertellen dat het telkens nachtwerk wordt. Vandaag waren onze scheidingen aan bod.

 

 

Ik trapte af met de dag dat we terug waren komen rijden van de wintersport – een lange reis met pijnlijke stiltes, ongemakkelijke kuchjes, lange files en ontwijkende blikken -, dat ik al een tijdje had gevoeld dat er iets heel erg niet in de haak was maar dat ik te bang was geweest voor de waarheid om door te vragen. ‘We moeten praten,’ had mijn ex gezegd en ook dat het geen leuk gesprek zou worden. Dat was het moment dat de bal zich had gevormd in mijn maag en die bal zou er maanden blijven zitten.

 

‘Ken je dat? Zo’n bal? Bij mij maakte die bal het me onmogelijk om nog een hap door mijn keel te krijgen of een oog dicht te doen.’ Hij zegt dat hij zich kan voorstellen wat dat moet zijn – ‘Ik denk dat ik weet wat je bedoelt, denk ik’ – maar dat zijn lijf anders reageert op emoties. ‘Wat dan?’ Ik kruip nog wat dichter tegen hem aan – mijn lief – met mijn hoofd op zijn borst zodat ik de woorden al aan hoor komen rollen voordat hij ze uitspreekt. Hij zegt dat hij heel erg op slot raakt in tijden van heftige stress. Alsof alle gevoel wordt uitgeschakeld. In zijn hoofd denken dat hij eigenlijk boos zou moeten zijn, of verdrietig, of in paniek, maar dat hij al die emoties dan niet kan voelen en dat het dan is alsof hij vanaf een afstandje naar zichzelf kijkt zonder er echt bij te kunnen. En dat daarna, als hij de ergste pijn heeft verteerd, het gevoel stukje bij beetje weer terugkomt en dat hij er dan pas uiting aan kan geven.

 

‘En dan barst de hel los? Zet je het op een zuipen, vloek je alles bij elkaar en huil je een theekopje vol?’ Zoiets ja, zegt hij. En dan dat ik eigenlijk nog aan de beurt was en dat hij zich afvraagt hoelang het vanaf die dag na de wintersport duurde voordat mijn ex het pand verliet. En ook wat nou eigenlijk echt de reden was dat hij wegging. ‘Wat denk je?’ Ik til mijn hoofd op zodat ik hem aan kan kijken. ‘Zijn secretaresse, net twintig, lange benen, hoogblond en niet al te slim?’ Hij zoent zijn misschien wel allerlekkerste en meest sensuele zoen op mijn voorhoofd. Het is de zoen die al mijn gedachten elke keer weer tot stilstand kan brengen, waardoor ik alleen nog maar in het zalige nu hoef te zijn en er verder niets meer is dat me van de wijs kan brengen. Ik zeg dat het zoiets was. Sowieso jonger en inderdaad blond, maar heel erg gewiekst. Of eigenlijk een intens gemeen mens.

 

Of ik alles nu echt achter me heb kunnen laten, wil hij weten. En ik zeg dat er sommige dingen uit die periode zijn waar ik misschien wel de rest van mijn leven de pijn van kan voelen, als ik eraan terugdenk. Maar dat ik, alles bij elkaar, de pijn, de woede, de spijt en alle illusies en desillusies heb afgelegd en inmiddels al in de fase ben aangeland dat ik mijn ex dankbaar ben dat hij ervantussen ging.

 

‘Ik ook,’ zegt hij – mijn lief. ‘Ik ben je ex ook dankbaar dat hij ervantussen is gegaan.’’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier