‘De zorg voor mijn demente moeder wordt me te veel’
De afgelopen jaren zorgde Yonne voor haar demente moeder die steeds verder achteruitgaat. Maar die zorg wordt haar zo langzamerhand te veel.
‘Terwijl ik zit te videobellen voor mijn werk gaat mijn telefoon. Op het scherm zie ik het nummer van mijn moeder en ik druk het gesprek weg. Bellen komt nu even niet uit want ik zit midden in een vergadering. Ik kan het naar mijn collega’s niet maken om voor de zoveelste keer het gesprek te verlaten omdat mijn moeder belt.
Mijn moeder is 83 en heeft sinds drie jaar alzheimer. Ze woont nog helemaal alleen in het huis waar ik opgegroeid ben. Een voor haar vertrouwde omgeving dus, maar het huis is veel te groot geworden voor een oude dame die steeds harder achteruitgaat. En het is niet alleen haar geheugen dat haar in de steek laat. Haar zicht wordt steeds slechter en door de artrose in haar knie kan ze nog maar moeilijk de trap op.
Mijn vader is al jaren geleden overleden en sinds die tijd woont ze alleen. Ze wilde niet verhuizen naar een appartement want dan zou ze in een nieuwe omgeving terechtkomen en daar kende ze niemand. En met haar buurvrouwen had ze het toch heel gezellig? Maar in de loop der jaren zijn deze andere oude dames opgenomen in een verpleeghuis of overleden.
Haar nieuwe buren zijn heel aardig maar ze hebben geen tijd om naar mijn moeder om te kijken en dat mag ik ook niet van ze verwachten. Alle zorg komt dus op mij neer. Ik ben het enige aanspreekpunt en zo langzamerhand word ik er helemaal gek van.
Helaas accepteert mijn moeder totaal geen hulp van vreemden. De thuiszorgmedewerkers stuurt ze weg omdat die het niet goed doen. Die halen alleen maar je spullen overhoop, zei ze. Vervolgens probeert ze zelf de gordijnen te wassen maar dat kan ze helemaal niet meer. Dan belt ze me weer op of ik even kan komen om de gordijnen opnieuw aan de rails te hangen. Alsof ik alles uit mijn handen kan laten vallen en direct naar haar toe kan rijden.
Daar wordt ze dan weer boos om en dan heb ik ruzie met haar. Ze verwijt me dan van alles: dat ik niet naar haar omkijk, dat niemand haar wil helpen en dat ze zo alleen is. Op zo’n moment breekt mijn hart en wil ik er alles aan doen om dat verdriet bij haar weg te nemen, maar dat kan ik niet. Mijn moeder zei doodleuk dat ze prima voor zichzelf kan zorgen toen er eindelijk een gesprek met een casemanager was geregeld. Maar dat is gewoon niet zo. Ze vertikt het om naar de dagbesteding te gaan, want dat zijn in haar ogen allemaal oude vrouwen waar ze niet tussen wil zitten.
Het viel me op dat ze steeds magerder werd en na een beetje doorvragen bleek dat ze alleen nog maar brood at. Het eten van de maaltijdservice die ik voor haar heb geregeld laat ze gewoon ongeopend op het aanrecht staan.
Vorige maand vond ik haar op de grond van de slaapkamer, ik schrok me wezenloos. Gelukkig was ze pas kort daarvoor gevallen maar ik moet er niet aan denken dat het nog een keer gebeurt en ik te laat kom. Sindsdien ligt de alarmknop op haar nachtkastje, want ze vergeet hem om te doen. Daarom bel ik haar iedere ochtend op een vast tijdstip om te horen hoe het met haar gaat. Dan vraagt ze hoe laat ik kom. Als ik dan zeg dat ik niet kan omdat ik moet werken is ze zo teleurgesteld. Vervolgens belt ze me de hele dag door met allerlei vragen, zoals waar ze haar puzzelboekje heeft gelaten, en dat ze haar sleutels weer kwijt is.
Soms word ik er zo moedeloos van. Ik probeer uit alle macht om het voor haar mogelijk te maken om zo lang mogelijk in haar eigen huis te blijven wonen, tegen beter weten in. Want diep van binnen weet ik dat het echt niet langer kan en dat ik moet gaan zoeken naar een andere oplossing. Maar hoe ik haar dat ga vertellen, daar wil ik nog even niet aan denken.’
Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’