De wandeling

 

Bij sommige mensen zou ik wat ongemak voelen, wetende welke invasie ik veroorzaak. Bij haar voel ik me veilig.

 

 

Mijn vriendin woont al een half jaar in mijn stad en ik heb haar nog steeds niet bezocht. Ok, ik heb een keer onaangekondigd, en dus tevergeefs, voor haar deur gestaan en daarna vloog de tijd voorbij. Maar nu gaan we. En als we gaan, gaan we goed. Dus het nageslacht mag mee. Bij sommige mensen zou ik wat ongemak voelen, wetende welke invasie ik veroorzaak. Bij haar voel ik me veilig.
 

Toen we elkaar zes jaar geleden zagen en ik midden in de er-is-iets-met-Flo-en-hoe-ga-ik-daar-in-vredesnaam-mee-om-orkaan zat, had ik haar verteld over een boek waar ik veel steun uit putte. Wonderkind heette het en als je het verhaal van Sanne, de moeder van Yaël, door duizend deelde, wist je een beetje hoe ik me voelde. Dat boek, dat had mijn vriendin besteld en ze had het de nacht voor onze afspraak uitgelezen. Zo’n vriendin is mijn vriendin.
 

De bedachte strandwandeling wordt een beproeving in het bos. Wind, regen, plassen. Op de hoek zijn we al doorweekt, maar ach, dat is nu toch al gebeurd. Bij binnenkomst in haar huis bezaaien we de witte vloer met laarzen en druipende maillots. Jongste meisje duikt op de grote bank, haar knietjes trekt ze tegen haar buik, zo koud heeft ze het. Flo duikt op de snoeppot. Dat mag. Als mijn vriendin aan mijn gezicht ziet dat het wel mooi is geweest, zet ze hem weg. Niet eerder. Ja, ze mag naar boven en ja de hond mag best mee.

 
Ik noem mijn meisje vaak mijn vriendschapsbarometer.  Those who mind don’t matter, and those who matter don’t mind is de zin waar ik op vaar. Dat bewijs verschijnt vandaag weer. Flo aait mijn vriendin zachtjes over haar rug, pakt een rijstwafel uit de kast en besmeert hem met smeerkaas. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat we hier elke week komen. De rijstwafel valt. Natuurlijk trekt de zwaartekracht het hardst aan de kant met beleg. Als ik mijn mond open doe; grijpt mijn vriendin in. “Geen sorry zeggen. NOOIT sorry zeggen.”
 

Ondertussen huppelt mijn meisje voort. Dat we naar Teletubbieland gaan. Met de bus. En morgen naar de zuidpool. Naar de pinguins. En of ik haar vrienden al heb besteld. Karen, Kristel en Josje van K3, Tommy en Pino, alle Teletubbies en natuurlijk Buzz Lightyear en Jessie van ToyStory.
 

Mijn vriendin beziet en bekijkt. “Als we toch eens een dag in haar hoofdje zouden mogen kijken…” zucht ze. Ik begrijp wat ze wil zeggen. Het zou ons zoveel inzicht geven in haar denkpatroon. Haar volgende zin vertelt dat ik haar verkeerd heb begrepen en dat mijn vriendin me, net als zes jaar geleden, weer laat zien wat een beeldschoon mens ze is. “Ik bedoel, in haar hoofdje…Het moet daar ZO leuk zijn.”

 

 

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach