De ‘stille ramp’ die zich voltrok in de verpleeghuizen zou niet doorgekomen zijn?
Alsof we niet allemaal zagen hoe een broze hand achter het raam van een tehuis zwaaide zonder te weten naar wie en waarom.
Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) die van de week het eerste in een reeks van drie rapporten over de aanpak van de coronacrisis presenteerde, was Nederland niet voorbereid, noch ingericht op een pandemie als de coronacrisis.
Dat mag amper nieuws heten.
Volgens de OVV leidde dat tot een hoop geïmproviseer toen de crisis eenmaal losbarstte.
Waarvan akte.
Volgens de OVV schoven in de eerste fase van de crisis steeds meer partijen aan tijdens de overleggen.
Kwestie van indekken van degenen die deze crisis moesten leiden?
Volgens de OVV voltrok zich in de verpleeghuizen begin 2020 een ‘stille ramp’. Geluiden vanuit de instellingen, en nu komt het, zouden ‘onvoldoende door zijn gekomen’.
Kwamen de geluiden uit de verpleeghuizen ‘onvoldoende door’ of werden ze niet serieus genomen?
Want hebben we niet allemaal kunnen horen hoe het personeel in die tehuizen met de moed der wanhoop haar werk probeerde te doen? Hebben we niet allemaal met onze eigen ogen kunnen zien dat verpleeghuisbewoners zaten weg te kwijnen op hun kamertjes? Dat de dierbaren van die verpleeghuisbewoners radeloos aan de poorten van de instellingen stonden te rammelen in de hoop erin gelaten te worden? Hebben we niet allemaal de trieste beelden voorbij zien komen van de kinderen die hun moeders al beeldbellend probeerden te troosten? En de lege blikken van die moeders omdat je kind op een schermpje zien toch echt een heel andere dimensie heeft dan een arm om je heen of een zoen op je voorhoofd?
Dus dat geluiden uit instellingen ‘onvoldoende doorkwamen’ waag ik te betwijfelen. Volgens mij was het eerder zo dat de crisis in de eerste plaats draaide om de ziekenhuis- en ic-bezetting en pas daarna over onze kwetsbare ouderen.
Alleen kopen onze kwetsbare ouderen die moederziel alleen overleden, smachtend naar de hand van hun geliefden of kinderen, daar helemaal niets voor. Net zomin als de kinderen van gedupeerden ouderen er helemaal niets voor kopen. Want voor die kinderen zit er niets anders op dan vrede te krijgen met de pijnlijke herinnering aan hun vader of moeder van wie ze nooit afscheid hebben kunnen nemen. Met begrafenissen en crematies waar slechts een handjevol dierbaren afscheid mochten nemen. Van een broze hand achter een raam in een tehuis die zwaait zonder te weten waarnaar en waarom. Van laatste woorden die nooit gezegd konden worden, laatste zoenen die in de lucht bleven hangen zonder te kunnen landen en broze handen die graaiend in het luchtledige voor een laatste maal te rusten werden gelegd.