De man van Mary

 

Mary is getrouwd met de liefste man van de hele wereld. Bert was haar vakantieliefde die ze op Texel leerde kennen. Ze bleven aan elkaar hangen en waren jarenlang gelukkig samen. Mary en Bert zijn elkaars grote liefde, maar toch gaan ze uit elkaar.

 

‘Voor de zoveelste keer vanochtend staar ik naar buiten. Mijn hoofd bonkt van de pijn. Het liefst wil ik heel hard gillen. Maar dat doe ik niet. Ik kan me gelukkig beheersen. Als een collega voor de tweede keer aan me vraagt hoe het met me gaat, antwoord ik kortaf dat er niks aan de hand is.

 

Maar dat is er wel. Mijn hele leven staat sinds vorige week volledig op zijn kop. Want mijn grote liefde Bert gaat bij me weg. Niet omdat hij niet meer van me houdt, maar omdat hij verliefd is geworden op een man.

 

Jarenlang hadden we het goed met elkaar. Toen ik ‘m zag, twintig jaar geleden, achter de bar van die kroeg op Texel, was ik meteen smoorverliefd op hem. Een grote man met een enorme bos blonde krullen. En hij had ook alleen maar oog voor mij. Onze vakantieliefde bleek het gewone leven aan te kunnen en na een jaar woonden we samen in een klein appartementje middenin Amsterdam.

 

 

 

We hadden het heerlijk samen. We kozen er bewust voor om geen kinderen te krijgen. We hadden genoeg aan elkaar. Samen maakten we prachtige reizen, verbouwden we een oude boerderij in Bretagne en staken de rest van onze tijd in onze carrières. We waren elkaars beste vrienden en de passie tussen ons is nooit gedoofd.

 

Dat dacht ik tenminste. Hoewel we minder vaak vreeën dan vroeger, vond ik dat eigenlijk helemaal niet gek. Ik had het er weleens met vriendinnen over en ook zij hadden minder tijd voor romantiek tussen de lakens. Drukke banen, overgang, zo gaan die dingen.

 

Nooit had ik kunnen bedenken dat er een ander zou zijn. Maar die is er toch. Sinds kort. Een concurrent waar ik het nooit van zal winnen. Bert is verliefd geworden op een man. Hij heeft hem leren kennen tijdens een cursus voor zijn werk. Twee dagen zaten Bert en zijn collega’s op de hei voor een interne opleiding. De bedoeling van deze opleiding was om werknemers te laten ervaren waar hun sterke en zwakke kanten zitten, zodat het bedrijf het personeel beter op de juiste plek in kan zetten.

 

Voor veel mannen was het nogal ongemakkelijk om opeens met hun collega’s over hun gevoel te praten. Maar Bert vond het een verademing. Hij raakte aan de praat met Jasper. Iemand die hem begreep en ook zijn gevoel durfde uit te spreken. Later die avond hebben ze nog heel lang samen aan de bar gehangen en gewoon een leuke avond gehad.

 

Dat Jasper al direct had laten merken dat hij op mannen viel, was voor Bert totaal geen issue. Bert hoorde tenslotte bij mij. Maar op kantoor zochten ze elkaar toch steeds vaker op. Eerst voelde het voor Bert alsof hij een nieuwe goede vriend had gevonden. Iemand met wie hij gezellig kon stappen en met wie hij goede gesprekken had. Maar het onvermijdelijke gebeurde. Bert werd verliefd. Op Jasper.

Een zeer verwarrende tijd volgde. Bert wist zich er geen raad mee en heeft eerst heel lang nagedacht wat hij met die gevoelens aan moest. Uiteindelijk kon hij niet anders dan eraan toegeven. Maar omdat hij niets voor mij verborgen wilde houden heeft hij me vorige week verteld wat er aan de hand is. En dat hij zeker weet dat hij met Jasper verder wil.

 

Sindsdien is niets meer zeker in mijn leven. Was onze relatie dan toch niet zo goed als ik altijd had gedacht? Hoe kon het toch gebeuren dat er ruimte kwam voor een ander? Een man! Van mijn toekomst is niets meer over. Ik zal op zoek moeten naar andere woonruimte. Dat valt in deze overspannen huizenmarkt niet mee. Mijn leven speelt zich af in Amsterdam. Hier wonen onze vrienden en is mijn werk. Twee dingen die zo belangrijk voor me zijn. Ik kan dat niet zomaar achterlaten om ergens anders gedwongen opnieuw te moeten beginnen. Alleen, zonder Bert.

 

Peinzend kijk ik weer naar buiten, maar ik zie niets. Nu ik hier weer aan denk, breek ik. De tranen glijden langzaam over mijn wangen. Mijn collega loopt naar de deur van onze werkkamer en doet die zachtjes dicht. Zwijgend schenkt ze thee in. Gelukkig begrijpt ze dat het menens is. Als ze tegenover me gaat zitten kijkt ze me vragend aan. ‘Vertel’, zegt ze. Dan begin ik eindelijk heel hard te huilen.

 

Als ik haar verteld heb wat er aan de hand is, schrijft ze een telefoonnummer op een briefje. Van een vriend die zijn huis voor een paar maanden aan me kan verhuren omdat hij op reis gaat. Daar kan ik schuilen tot ik mijn leven weer een beetje op orde heb. Een leven zonder Bert. Helemaal alleen. Maar ik zou niet weten hoe ik dat leven leiden moet.’

 

 

Door: Mary