Er was (bijna) niets wat ze niet met ze deelde. Maar pas toen ze ze niet meer had, besefte Margreet hoe belangrijk haar collega’s voor haar waren.
Vrienden zijn met je collega’s, hoe werkt dat?
Het was pas toen ik ze niet meer had dat ik besefte hoe enorm belangrijk m’n collega’s voor me waren. De meeste van hen zouden nooit m’n vrienden zijn geworden als ik ze niet op de werkvloer had ontmoet. Toch deelde ik jarenlang (bijna) alles met ze. Ze waren een dankbaar luisterend oor als ik smeuïge verhalen vertelde over een uit de hand gelopen weekend. Ze waren de schouder waarop ik kon uithuilen als ik weer eens tegen een muur van mannelijk onbegrip opliep. Ze waren m’n grootste steun toen ziekte en dood m’n leven binnendrongen. Er was er altijd wel eentje die ‘hetzelfde’ had meegemaakt en vanuit die ervaring precies het juiste wist te zeggen. Tegelijkertijd wist ik alles (of minstens heel veel) over hen. De dagelijkse frustraties, pijntjes en onzekerheden… Soms was een blik genoeg om te weten: o jee, het is weer zover. Om vervolgens – afhankelijk van de bui – koffie te halen, even heel hard een muziekje op te zetten of ter ontlading een foute grap te maken.
Doordat ik zoveel leuke collega’s had die ik ook nog eens regelmatig buiten werktijd zag, was de behoefte aan ‘andere’ vrienden minimaal. Alles wat ik wilde delen, waarover ik wilde sparren en waarbij ik advies nodig had, kon ik bij m’n collega’s kwijt. Dat spreekwoord over die goede buur verbasterde ik naar: beter een goede collega dan een verre vriend.
Wat mis ik die lieve, leuke, malle, soms krengerige mensen
Ik realiseerde me dat meer dan ooit toen ik opeens geen collega’s meer had. Althans, niet zulke die je dagelijks ziet en met wie je alles deelt. Met het groeiende aantal zzp’ers en thuiswerkers ben ik vast niet de enige die ze mist: die lieve, leuke, malle, soms krengerige mensen die het vangnet vormen voor al je problemen.
Na twee jaar heb ik op andere wijze een uitlaatklep bij verschillende mensen gevonden (waarover later meer). Maar toch… Soms wou ik dat ik, met de benen op tafel en een slechte cappuccino binnen handbereik, weer eens heerlijk kon leeglopen bij Marije, Mariken, Marijke, Anneke en Angelique.
Margreet Botter woont met man en zoon in het midden van Nederland. Ze werkte jaren bij Libelle, waar Franska haar baas was. In de loop der jaren bloeide er een voorzichtige vriendschap tussen de twee, die zich nog steeds aan het ontwikkelen is.