Cadeauseizoen
Kinderlijk blij kan ik worden van een cadeautje. Niets menselijks is me hierin vreemd.
Toen ik nog hoofdredacteur was van een glossy tijdschrift was dit de maand waarin ik de meest fantastische relatiegeschenken kreeg toegestuurd. Mooie kerstballen, een stuk Parmezaanse kaas uit Italië, een wollen plaid, luxe badolie, geurkaarsen, een zonnebril, een cashmere truitje, fijne flessen wijn; het kon niet op.
Het wende nooit, zo vertroeteld te worden. Maar ten opzichte van mijn omgeving was het vaak nogal gênant. Mijn lief rolde regelmatig met zijn ogen als de deurbel was gegaan en ik de gang weer in kwam lopen met een doos of tasje van een deftig merk in mijn handen.
Toen ik afzwaaide als hoofdredacteur en weer gewoon freelance journalist werd, kwam er een abrupt einde aan deze verwennerijen. Ik zal niet ontkennen dat het afkicken was. Iets krijgen dat je voor jezelf niet snel zal kopen is nu eenmaal erg feestelijk. En een cadeautje is ook een blijk van waardering. Een signaal dat je leuk, lief of de moeite waard wordt gevonden. Relatiegeschenken zijn natuurlijk eigenlijk iets anders. Als we de romantiek wegdenken en eerlijk zijn weten we dat ze niets meer zijn dan een smeermiddel. Een verkapte manier waarmee de gever laat weten iets van je nodig te hebben. Maar zo voelde het niet. Het voelde als iets persoonlijks, als een erkenning waar ik makkelijk van kon genieten.
Zulke luxe presentjes als toen heb ik nooit meer ontvangen.
Maar ik kan nog steeds erg gelukkig worden van een verjaarscadeau dat ik mezelf niet gun of iets dat met zorg, speciaal voor mij is uitgekozen.
De mooiste cadeaus hebben soms juist een heel lage intrinsieke waarde. Een van de beste geschenken die ik ooit kreeg was een complimentenpot, voor mijn vijftigste, van mijn collega’s. Het was een glazen weckfles met daarin opgerolde papiertjes waarvan ik er dagelijks eentje mocht openvouwen. Op ieder briefje stond een persoonlijk compliment geschreven, waardoor ik elke dag in een golf van liefde dook.
Afgelopen weekend gaf mijn middelste mij ook een immaterieel cadeau met eenzelfde soort emotionele waarde. Hij had me uitgenodigd voor een wandeling van vijftien kilometer door de duinen van Meijendel en langs het strand van Wassenaar. Hij had gegoogeld op de mooiste wandelingen in de natuur van Zuid-Holland en was zo op deze route gekomen. Halverwege trakteerde hij me op een pannenkoek. In de vier uur dat dit uitje duurde kletste hij me helemaal bij. Over zijn studiekeuzes, over zijn nieuwe vrienden, over zijn vakantieplannen en over zijn verkering. Onze Molly rende uitgelaten, als een dolle hond zoals dat heet, die vijftien kilometer lang op en neer. In een winter die zich tot nu toe laat kenmerken als nat en grauw was het een uitzonderlijk heldere dag, met van dat zachte licht en een knisperend blauwe lucht. ‘Speciaal voor jou mam’, lachte mijn zoon.