Soms kwamen er brokstukken uit de rugzakjes die moeilijk te verteren waren. Dan werd er ook om gehuild en heel veel over gesproken. Maar over het algemeen viel het mee.
Vandaag keek ik weer eens in mijn rugzakje; het was een tijd geleden dat ik dat voor het laatst had gedaan. Het is het rugzakje dat ik bij me had toen ik mijn verloofde ontmoette en in die tijd was het goed gevuld en redelijk op gewicht. Vanaf mijn kindertijd had ik er regelmatig iets in gegooid dat ik op dat moment niet zo goed kon gebruiken en later nog wel eens zou bekijken.
Lagere-schooltrauma’s bijvoorbeeld, omdat mijn moeder veel te leuke, ultrakorte jarenzestigjurkjes voor mij naaide die veel te hip werden gevonden door de nonnen, waardoor die me voor het bord riepen om me publiekelijk de les te lezen. Verlatingsangst zat er ook wel in, in het rugzakje-met-mijn-verleden. Het gevolg van verlaten worden door vriendjes of vriendinnetjes waar ik veel om gaf en waarmee ik iets dacht te delen dat van waarde was, maar wat dan uiteindelijk niet zoveel voorstelde. Onzekerheid ook. Best veel onzekerheid zelfs. Over of ik wel leuk genoeg zou worden gevonden door Jan en Alleman. Of ik wel kon voldoen aan wat er van me werd verwacht. Over wat ik van mezelf verwachtte en waarom ik de lat zo hoog legde. Over wie ik nu eigenlijk diep van binnen was. En verdriet. Dat ook. Vooral echtscheidingsverdriet zat erin.
Toen mijn verloofde en ik elkaar tegenkwamen spraken we af dat we de tijd zouden nemen om onze rugzakjes uit te pakken. We spraken af dat we elkaar nooit zouden afrekenen op wat er zoal in zat. Maar net toen we de smaak te pakken kregen overleed eerst zijn moeder, toen mijn moeder en toen mijn vader en werd er weer nieuw verdriet bij gepropt. We namen soms een pauze maar stopten nooit met opruimen. Dat komt: we vonden het nogal belangrijk om de boel schoon te bezemen, want anders zou het zo’n bende worden voor onze deur dat we hem op een dag misschien niet eens meer open konden krijgen.
Soms kwamen er brokstukken uit de rugzakjes die moeilijk te verteren waren. Dan werd er ook om gehuild en heel veel over gesproken. Maar over het algemeen viel het mee.
En zie hier het resultaat. Als ik terugdenk aan de nonnen voel ik de uitzichtloosheid van hun bestaan veel erger dan hun venijn over mijn jurkjes. De mensen die ik écht liefheb hebben mij net zo hard lief, dus zij zullen mij net zomin verlaten als ik hen. Dan was er nog de kwestie van de onzekerheden, maar die is ook grotendeels geklaard sinds ik mag zijn wie ik ben en niet meer over mijn schouder hoef te kijken. En wat dat verdriet betreft, dat is zo langzamerhand ook wel verteerd.
Vandaag keek ik weer eens in mijn rugzakje-met-mijn-verleden. Het was een tijd geleden dat ik dat voor het laatst had gedaan. Tot mijn grote vreugde kon ik de bodem zien.
‘Wij er klaar voor,’ zei ik tegen mijn verloofde. ‘Klaar om te trouwen.’
Door: Brigitte Bormans
Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.
Leestip
Heb jij de kerstboom al staan?
Heb jij de kerstboom al staan?
Nee joh, dat kan toch pas na Sinterklaas? 52%, 12 votes
12 votes52%
12 votes
Mij niet gezien, ik houd niet van kerst. 35%, 8 votes